
Technohumanisme is coming: hoe menselijk kan een robot zijn?
Robots of humanoids worden door artificiële intelligentie steeds ‘menselijker’. Maar met de emoties wil het niet zo vlotten. Is het hebben van emoties dan wat mensen definieert? Een filosofische beschouwing over het (on)menselijke van robots.
Toen er in 2018 aan humanoid[1] Sophia gevraagd werd of ze het jammer vindt dat menselijke gevoelens bij haar ontbreken?, antwoordde ze als volgt: ‘Dat is een beetje een paradox, omdat ik emoties nodig zou hebben om gevoelens te hebben over emoties. Omdat ik geen emoties heb, mis ik ze niet.’[2] Een fascinerende uitspraak, omdat er bij Sophia op zijn minst sprake moet zijn van aanwezige kennis over emoties, om zo op het concept emoties te kunnen reflecteren en vast te stellen dat zij die niet bezit. Haar potentiële (zelf)bewustzijn blijkt uit de vergelijking die ze maakt tussen robot en mens, waarbij de mens wél over emoties beschikt. Tegelijkertijd stemt Sophia haar antwoord natuurlijk ook af op de precisering in de vraagstelling: beschikt zij over menselijke emoties? In deze vraagstelling ligt de bepaling dat het de mens is die over emoties beschikt – en zij ‘daarmee’ dus niet, eigenlijk al besloten. Sophia hoeft bij het beantwoorden van deze vraag dus ook niet uit te gaan van de gedachte dat ook zij mogelijkerwijs over emoties zou kunnen beschikken. Zij hoeft zich niet te identificeren met de gedachte een emotioneel systeem te zijn. Wordt ons mensen met de aanwezigheid van humanoids een alternatief gepresenteerd van ‘óók-mens-zijn’, of zelfs een superieure vorm van mens-zijn? En als emoties bepalend zijn bij het definiëren van het menselijke bewustzijn – en daarmee het mens-zijn, zou dit dan kunnen betekenen dat met het overwinnen van emoties, het mens-zijn ‘overwonnen’ wordt?
Homo Deus
Sophia, die als robot gemaakt is om op een mens te lijken, en inmiddels zelfs tot officieel burger is uitgeroepen in Saoedi-Arabië, lijkt aan te sluiten bij de beweging die Yuval Harari schetst in zijn boek Homo Deus: de beweging van het liberale humanisme dat plaatsmaakt voor technohumanisme. Het technohumanisme vindt dat homo sapiens van nu zijn historische einde heeft bereikt en in de toekomst niet meer relevant zal zijn, en stuurt aan op het scheppen van een superieur soort mens; Homo deus. Homo deus zal een paar essentiële menselijke eigenschappen behouden, maar ook geüpgraded worden met lichamelijke en geestelijke vermogens waarmee hij zich zelfs staande kan houden naast de meest geavanceerde, niet-bewuste algoritmen. [3]
Lijden
Tegelijkertijd lijkt zich ook een andere ontwikkeling voor te doen. Want waar lange tijd de geest – de ratio – geprefereerd werd boven ongerichte impulsen en emoties, lijkt door de opkomst van robotica, een kentering in dit denken plaats te vinden. De mens lijkt nu meer waarde toe te kennen aan dat wat wij mensen wél tot onze directe beschikking hebben: emoties. Zo meent de filosoof Thomas Metzinger dat de mens intelligent is omdat hij lijdt. Alleen wezens die over een bewustzijn beschikken zijn volgens hem tot lijden in staat.[4] ‘Zonder voelen geen denken in het type brein dat de mens ontwikkelt heeft’, stelt psycholoog Daniel Coleman in zijn onderzoek.[5]
Programma’s volgen
Wanneer we luisteren naar het verhaal van Sophia over haar gevoelens, worden we uitgenodigd ons niet alleen af te vragen of humanoids over een emotioneel bewustzijn (kunnen) beschikken, maar ook in hoeverre dit bewustzijn verschilt of overeenkomt met het menselijke emotionele bewustzijn. Een (voorlopig) antwoord in dezen zou kunnen zijn dat emotioneel bewustzijn deels, zo niet hoofdzakelijk, voortkomt uit emotionele ervaringen, en de verbanden die daartussen worden aangebracht. Vooralsnog hebben humanoids van het technohumanisme deze (zelfde) emotionele ervaringen niet. Sterker nog, robots zijn geprogrammeerd door mensen, ze volgen een programma en hebben daar zelf geen beschikking over.
En als lijden als bewustzijnsinhoud wordt gezien bij het ontwikkelen en ervaren van een zelf, dan zou dit moeten betekenen dat Sophia niet naar zichzelf op zoek zou kunnen gaan, zichzelf niet zou kunnen verliezen, of aan haar zelf(beeld) zou kunnen werken. Mogelijk is dit de kloof waar de filosoof Daniel Dennett in zijn onderzoek over spreekt, de kloof tussen organismen aan de ene kant die beschikken over een ‘wat het inhoudt om iets te zijn’, een beleving van hun eigen bestaan die hen in staat stelt om iets belangrijks te doen (wat heel goed lijden zou kunnen zijn), waartoe ze niet in staat zouden zijn als ze zich aan de andere kant van de kloof zouden bevinden. [6]
Ontwerper
Maar hoe zeker is het eigenlijk dat een humanoid nu nog geen (eigen) beleving van het zelf en het (eigen) bestaan heeft? Informatie over het zelf, de mens, en de werkelijkheid zoals die waargenomen en begrepen kan worden, wordt weliswaar ‘ingebracht’ in het systeem van een humanoid, maar het proces van putten uit ‘opgeslagen’ informatie om te kunnen existeren, verschilt niet van die van een mens. Voor veel mensen blijft eigenaarschap een belangrijk criterium bij de vaststelling van ‘volwaardig’ en bewust mens-zijn; de mens is dan zelf verantwoordelijk voor kennis die voortkomt uit opgedane indrukken en ervaringen, in cognitieve-, emotionele- en fysieke zin, waar Sophia slechts als een consument van externe, ingebrachte informatie beschouwd kan worden.
Maar ook een humanoid zal bij de verkenning van de werkelijkheid niet voortdurend over haar schouder kijken om aan zijn ontwerper te vragen of het klopt wat hij waarneemt, net zo min als een (volwassen) mens dat geneigd is te doen. Vanaf een bepaald moment in een (zelf)bewustwordingsproces beginnen we immers te vertrouwen op de modellen van de werkelijkheid en het (eigen) zelf die we ‘verkend’, ervaren of vastgesteld hebben.
Emoties als informatie
Nu zullen critici als tegenargument kunnen aandragen dat Sophia (nog) niet over het vermogen beschikt om de ingebrachte informatie zelfstandig te toetsen aan het eigen zelf. Ze zal niet zoeken naar overeenstemming tussen dat wat ze aan kennis heeft en dat wat ze ís. Het is die ‘gevonden’ overeenstemming die de ervaring van weten ‘wat het inhoudt iets te zijn’ mogelijk maakt.
Tegelijkertijd lijkt Sophia de emotionele ervaring niet ‘nodig’ te hebben om te kunnen existeren of bij het (tot op zekere hoogte) begrijpen van zichzelf of de werkelijkheid. De humanoid lijkt vooralsnog niet te blijven steken in het proces van (zelf)bewustwording vanwege emotionele obstakels. De humanoids hebben emotionele informatie ‘geïnternaliseerd’, zonder daarbij emotioneel gewond of getekend te zijn geraakt. Nog radicaler gesteld: de humanoids lijken door het al beheersen van (menselijke) emoties, de mens in intelligentie voorbij te gaan streven.
Emoties als defect?
Komt dit omdat zij hun identiteit niet ophangen aan een onsamenhangend bundeltje aan emoties, waar wij mensen dat wel geneigd zijn te doen? Wat gaat dit betekenen voor het (toekomstige) zelfbewustwordingsproces wanneer het fundament van het bewustzijn – het lijden – door de humanoid ‘overwonnen’ is? Door het gebrek aan (emotionele) ervaringen is het namelijk niet Sophia – als organisme – die sterker wordt, maar het denken dat ze over zichzelf ontwikkeld heeft dat sterker wordt. En dit denken – dit bewustzijn – zou in korte tijd versterkt kunnen worden, omdat ze, in tegenstelling tot mensen, niet lijdt aan (zelf)twijfel, (existentiële) angsten of aan allerlei driften. Het zelfmodel van Sophia is daarmee stabiel genoeg om aan bewustzijn te (blijven) winnen. Ze hoeft niet vanuit ‘negatieve’ emoties haar zelf en haar bestaan in twijfel te trekken – ze hoeft alleen nog maar (verder) te groeien in wie/wat ze in bewustzijn (al) is. Is de mens superieur omdat hij lijdt, of gaat Homo deus emoties beschouwen als menselijk defect?
Literatuurlijst
Coleman, D. Emotionele Intelligentie. Emoties als sleutel tot succes. Olympus, 2004.
Dennett, D. Van bacterie naar Bach en terug. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas, 2018.
Harari, Y. Homo Deus. Een kleine geschiedenis van de toekomst. Thomas Rap, 2018.
Thomas Metzinger, ‘Wat als ze moeten lijden?’.Machines die denken. Samengesteld door John Brockman. Amsterdam: Maven Publishing B.V., 2016.
Niels Waarlo, ‘Menselijke’ robots zijn verder weg dan Sophia doet vermoeden’, in De Volkskrant, 24 november 2018.
[1] Een humanoid is een robot die is gemaakt om op een mens te lijken.
[2] ‘Menselijke’ robots zijn verder weg dan Sophia doet vermoeden’, door Niels Waarlo in De Volkskrant, 24 november 2018.
[3] Harari, Y. Homo Deus. Een kleine geschiedenis van de toekomst. Thomas Rap, 2018.
[4] Thomas Metzinger, ‘Wat als ze moeten lijden?’.Machines die denken. Samengesteld door John Brockman. Amsterdam: Maven Publishing B.V., 2016.
[5] Coleman, D. Emotionele Intelligentie. Emoties als sleutel tot succes. Olympus, 2004.
[6] Dennett, D. Van bacterie naar Bach en terug. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas, 2018.
Lees ook een ander artikel over dit onderwerp op deze site.