Zo werd ik astroloog
In een klein en leesbaar boekje vertelt Dré Aukes de weg die hij aflegde van horoscoophater tot professioneel astroloog. Hij deed zijn best om het te schrijven met zo weinig mogelijk astrologisch jargon.
Ooit volgde mijn vrouw een wintercursus astrologie. Ik vond het maar niks, tot ik merkte dat zo’n horoscoop heel wat anders was dan die 12 verhaaltjes achter in de Libelle en andere periodieken. Toen zij met haar cursus stopte wilde ik me er toch maar eens in verdiepen. Ik leerde al snel, dat planeten en sterrenbeelden geen voorspellingen waren, maar dat ze symbool staan voor bepaalde behoeftepatronen van de mens. Ze hebben dus een spiegelfunctie. De Grieken zeiden het al: ‘Zo boven, zo beneden’ was hun stelling. Het kleine is een afspiegeling van het grote. Na de basiscursus, kwamen de vervolgcursussen, waar ik naast de technieken om een horoscoop op te stellen, ook leerde waarom astronomen zo fel tegen de astrologie waren.
Zij zijn gericht op de natuurkundige kant van sterren en planeten, het is de nuchtere benadering waarbij men alleen zaken gelooft die via metingen bewezen kunnen worden. Dat de astroloog gelooft in een samenhang tussen de kosmos en de mens, is voor hen wezensvreemd. Het is net als het verschil tussen een paardenslager en een paardenfluisteraar. In beide gevallen gaat het over een paard, alleen doen beiden er iets anders mee.
Wiskundig
Toch leek het of de astronomen een punt hebben. Bijvoorbeeld als zij stellen dat, als bijvoorbeeld iemand geboren is in het teken boogschutter, op dat moment de sterrenconstellatie boogschutter helemaal niet de achtergrond is voor de Zon. Dat, zo leerde ik, heeft te maken met het lentepunt op 21 maart, omdat dit in feite de “nieuwjaarskalender” voor de astroloog is en dus de 1ste graad van Ram betreft. Dat tegenwoordig dat punt in het sterrenbeeld Waterman valt, geeft aan dat we in het tijdvak van Waterman zitten. Voor de astroloog wordt de hemelboog dus gewoon wiskundig in 12 gelijke vlakken van 30 graden verdeeld.
In mijn boekje staan meerdere tekeningen van de ‘radix’; dit is een puur wiskundige projectie van de hemel op het moment van de geboorte. Dit gebruikt de astroloog om de plaatsen van de stand van zon, maan en planeten zichtbaar te maken. Ik leerde hoe belangrijk het is om het juiste tijdstip te weten. De diepere achtergrond hiervan is dat elk moment zijn eigen kwaliteit heeft.
Geschiedenis
Als ik iets nieuws leer, wil ik altijd graag weten of het ook klopt in de praktijk. Nu is astrologie, net als elke andere wetenschap, door nieuwe inzichten en onderzoeken voortdurend onderhevig aan veranderingen. Ik geef in dit boekje een klein stukje geschiedenis daarvan. De klassieke astrologie dateert van voor de Griekse beschaving, en ging primair uit van een (nood)lot war je niets aan kon veranderen. Langzaam maar zeker veranderde de astrologie in een wetenschap die meer psychisch georiënteerd was. En met de nieuw inzichten van Freud en Jung, kwam ook in de astrologiebeoefening het onderbewuste van de mens in beeld.
Kritische astroloog
Wie voldoende kritisch blijft op het eigen vakgebied, merkt soms dat allerlei wetten en regels van ons vak soms aangepast moeten worden aan huidige psychologische inzichten. Een horoscoop is geen statisch geheel, net zomin als de mens zelf. De veranderingsmodellen die daarmee gepaard gaan moeten soms worden aangepast.
Tijdens een latere cursus die ik zelf gaf schetste ik het veranderingsbeeld voor een cursiste. Zij antwoordde kordaat dat dit niet klopte. Dan kan je niet zo galant antwoorden dat zij niet past in het systeem, maar dat het verstandiger is om eens te onderzoeken of de regeltjes eigenlijk wel deugen. Zo kon ik geleidelijk aan verfijningen in dat systeem, en dus in ons vak aanbrengen. Ik leerde van mijn mentor dan ook om, als je iets niet snapt, nooit zomaar iemand te geloven, ook al is het nog zo’n vooraanstaand astroloog, maar altijd bij jezelf te rade te gaan of het voor jou ook klopt. Een zekere sceptische houding kan nooit kwaad.
Slecht teken
Ik spaar ook mezelf niet. Zo gaf ik, toen ik pas begon met het geven van cursussen, in een eerste les uitleg over de dierenriemtekens. Bij het teken Tweelingen schetste ik kennelijk nogal wat negatieve kwaliteiten, want na afloop van de les kwam een schuchtere cursist naar mij toe, zei dat ze een Tweelingen was en vroeg of het echt zo’n slecht teken was… Ik kon wel door de grond zakken en verzekerde haar dat er ook goede kanten aan Tweelingen zitten. Zo leerde ik dat het belangrijk is om het vak vanuit een evenwichtige en neutrale manier te doceren.
Omdat het metier van astroloog een vrij beroep is en tevens tot de zogeheten randwetenschappen (vinden de astronomen en de stichting Scepsis) behoort, is het belangrijk om je aan te sluiten bij een serieuze beroepsvereniging. Ik vertel in mijn boekje dan ook uitgebreid hoe mijn toetreding tot de Astrologische Vakvereniging Nederland (AVN) verliep. Mijn huiver om toe te treden tot zo’n gezelschap met leden, waar ik vast niet aan kon tippen, tot de constatering dat het ook maar gewone mensen waren. In het laatste hoofdstuk behandel ik ook de vraag of je van de astrologie eigenlijk wel kunt leven.
Wil je ook weten hoe dat zit en hoe mijn weg naar dit mooie beroep ging, lees dan dit informatieve boekje over mijn ontdekkingsreis met zowel vreugdevolle momenten als twijfels en teleurstellingen.
Dré Aukes is astroloog. Hij werkt onder de naam Athelas Astrologie en publiceert over astrologie. Recent schreef hij een inleidend boekje over hoe hij in de astrologie terechtkwam. Info: www.athelas.nl.
Meer over astrologie op deze site.