De eenzame hel met een narcistische ouder
‘Niemand die geloofde dat die aardige vrouw thuis een kreng was.’ Voor de buitenwereld zijn ze charmant en innemend. Maar zodra de voordeur eenmaal dichtslaat, komt hun ware gezicht naar voren en zijn ze agressief, manipulatief, arrogant en sadistisch. Het verborgen leed dat de narcist veroorzaakt neemt aanzienlijke proporties aan. Naast hun partners zijn vooral kinderen de dupe. Zij dragen vaak hun leven lang diepe emotionele wonden met zich mee. Anne van ’t Duycke is zo iemand en vertelt erover, terwijl therapeute Petra Roelofsen duiding geeft.
Uit recent onderzoek blijkt dat waarschijnlijk zo’n vier procent van de Nederlandse bevolking narcistisch is. Dat komt neer op bijna zevenhonderdduizend narcistische landgenoten. De persoonlijkheidsstoornis is niet voor niets hot. Na het uiterst succesvolle boek van Jan Storms over de destructieve impact van psychopathie op relaties volgde ‘Een spiegel voor narcisten’ van de psycholoog Martin Appelo. Ongeveer in diezelfde periode verscheen van de hand van therapeute Petra Roelofsen ‘Ben ik nou gek?’, een boek over de invloed van de narcistische ouder op het kind. Daarin komt ook Anne van ’t Duycke aan het woord, een onder een pseudoniem schrijvende ervaringsexpert. Met haar bespreken we de gevolgen die zij van het gedrag van haar narcistische moeder ondervond.
Anne, hoe zou jij, op basis van je eigen ervaringen, narcisme definiëren?
“Een narcist is extreem egocentrisch, dominant en heeft geen empathie. Het is iemand met twee gezichten. Mensen die alleen de joviale kant van de narcist kennen, kunnen zich absoluut niet indenken dat diezelfde persoon een hel is voor een ander.”
Op welke manieren had het narcisme van je moeder een impact op je jeugd?
“In plaats van dat ik beschermd en gesteund werd, moest ik mij weren tegen haar. Niet zozeer fysiek, maar meer psychisch. Ik werd geremd in het ontwikkelen van mijn interesses en talenten. Want alles wat ik deed, zei of vond, werd afgekraakt. Ik kreeg nooit een compliment of iets positiefs te horen. Dat maakte mij onzeker en neerslachtig. Ik begon te geloven dat ik inderdaad niks waard was en niemand van mij hield. Doordat mijn moeder geregeld zonder aanleiding woede-uitbarstingen had, liep ik voortdurend op eieren. Ik werd iemand die zich liever op de achtergrond hield. Naast haar woedeaanvallen kon mijn moeder mij ook dagenlang negeren. Ik werd steeds somberder en ook op school begon het op te vallen dat mijn schouders inmiddels lager hingen dan mijn knieën. Naarmate ik meer bij vrienden over de vloer kwam en zag dat gezinssituaties ook anders konden zijn, besefte ik dat er iets niet goed zat bij ons thuis. Maar waarom het bij ons anders was, begreep ik niet. En het was zo goed als onmogelijk om aan andere mensen uit te leggen hoe mijn moeder tegen mij deed, want zij kenden haar enkel als charmant, hartelijk en joviaal. Niemand die geloofde dat die aardige vrouw thuis een kreng was. Dat maakte dat ik mij eenzaam voelde en geen uitweg zag.”
Hoe belemmerde deze situatie jouw ontwikkeling als mens?
“Als je steeds afgekraakt wordt, durf je op den duur geen nieuwe dingen meer uit te proberen. Mijn moeder hoefde op een gegeven moment niet eens meer te zeggen dat iets mij toch niet zou lukken, omdat ik dat zelf al was gaan denken. Dat er maar iemand was die echt om mij gaf, geloofde ik ook niet meer. Potentiële vriendjes poeierde ik dan ook af. Bovendien begon ik gedrag van mijn moeder te kopiëren. Zo dacht ik lange tijd dat je een discussie voerde door te schreeuwen en met deuren te slaan. Vrienden moesten mij anders leren. Daartegenover staat dat ik als kind geleerd heb van niemand afhankelijk te zijn. Dat is gedeeltelijk positief, maar in mijn geval betekent het ook dat ik weinig mensen voor de volle honderd procent vertrouw. Ik zal in een relatie altijd een achterdeur openhouden en mijn onafhankelijkheid bewaren. Daarmee schep ik een afstand tussen mij en anderen. Ik laat ze nooit te dicht bij me komen. Eveneens dubbel: doordat ik mij steeds in alle bochten wrong om mijn moeder het naar haar zin te maken, ben ik enorm flexibel. Maar laat ik óók altijd andere mensen voorgaan. Ik was, ben, te gedienstig. Cijfer mezelf te gemakkelijk weg. Een voordeel is wel dat ik erg goed kan zien of iemand liegt.”
Inmiddels heb je alle contact met je moeder verbroken. In die zin heb je je aan haar ontworsteld. Wat merk je tegenwoordig nog van je vroegere ervaringen?
“Toen ik een paar jaar geleden besefte dat zij een narcist is, heb ik een boek geschreven over het opgroeien onder een narcistische moeder: ‘De immateriële erfenis van een narcist’. Tijdens het schrijven zag ik steeds meer verbanden tussen het gedrag van mijn moeder en haar stoornis én van mijn reacties op haar gedrag. Gedrag dat ik nu nog steeds af en toe vertoon. Te timide zijn, eerst de kat uit de boom kijken, denken dat niemand wil dat je erbij bent et cetera. Toen zag ik pas hoeveel invloed haar stoornis op mij heeft gehad. Logisch, ze is immers de meeste invloedrijke persoon in mijn leven als kind geweest.”
Tips voor kinderen en partners van narcistische ouders?
“Gelukkig bestaat er tegenwoordig internet waarop al heel veel informatie te vinden is. Herkennen en weten wat voor stoornis iemand heeft, maakt al zoveel verschil. Je weet dan zeker dat het niet aan jou ligt. Mijn advies is om je niet te laten isoleren door een narcist. Bewaar, en liever nog cc, e-mails, zodat anderen zien hoe de narcist zich tegen jou gedraagt. Als je het kan, lok dan om dezelfde reden het gedrag dat de narcist normaliter alleen in jouw nabijheid toont, uit in het gezelschap van anderen. Als je alleen met de narcist bent, probeer dan diens rotopmerkingen te negeren, want een reactie is alles voor de narcist. Een discussie of verbaal gevecht win je nooit. Laat je daar dus niet toe verleiden en verspil er ook geen energie aan. Neem het vertoonde gedrag niet persoonlijk. Weet dat de narcist een kronkel in het hoofd heeft. Die kronkel zorgt ervoor dat deze zich zo gedraagt. Als het niet tegen jou is, dan wel tegen een ander. Het liefst zeg ik echter: negeer de narcist geheel en verdwijn uit zijn of haar leven. De narcist zal namelijk nooit veranderen. Kies voor jezelf. Wees niet bang. Wat de narcist ook beweert: je kunt zonder hem of haar.”
Meer info: Anne van ’t Duycke – ‘De immateriële erfenis van een narcist’ (Uitgeverij Boekenbent, 2014) Petra Roelofsen – ‘Ben ik nou gek?’ (Uitgeverij Boekenbent, 2013)
Narcisme is….
“Narcisten vinden zichzelf geweldig en doen zich in de buitenwereld voor als fantastisch. Maar vanbinnen zijn zij feitelijk heel onzeker”, aldus therapeute Petra Roelofsen, die in haar praktijk De Rots psychodynamisch werk verricht.
De in narcisme gespecialiseerde Petra somt andere kenmerken van de typische narcist op: “Hij of zij eist alle aandacht voor zichzelf op, manipuleert en kent de eigen negatieve eigenschappen juist aan de ander toe. Onbetrouwbaar en tegenstrijdig gedrag is gangbaar, evenals jaloezie, leugenachtigheid, het ontlopen van verantwoordelijkheden en agressiviteit.”
De oorzaak van narcisme is voor Petra glashelder: deze is niet erfelijk, maar heeft met ervaringen in de vroege jeugd te maken. Er zijn twee soorten: “Het primaire narcisme ontstaat vlak na de geboorte tot het tweede levensjaar. Dan is er sprake van hechtingsproblematiek waarbij baby’s en dreumesen veiligheid, aandacht en geborgenheid missen. Deze primaire narcist zal nooit een gezonde relatie kunnen onderhouden. Secundair narcisme ontstaat tussen het tweede en het zevende levensjaar. In die leeftijd ontwikkelen kinderen hun gezonde narcisme. Maar als daarin geen grenzen worden aangegeven, kan secundair narcisme ontstaan.”
In haar praktijk komt Petra dagelijks in aanraking met mensen die lijden onder het gedrag van een narcist. Volwassen kinderen van narcisten kunnen onder meer last hebben van depressiviteit, faalangst, een lage eigenwaarde en vervreemding van de eigen gevoelens en behoeften. Ook komen de volgende problemen voor: woede-uitbarstingen, lage frustratietolerantie, dwangmatige beheersing van de leefsituatie (control freak), lijfelijke afkeer van zichzelf, idealisering van de narcistische ouder en het ouderverstotingssyndroom, waarbij de narcistische ouder het kind zodanig manipuleert dat het niets meer met de andere ouder te maken wil hebben.
Tips voor (volwassen) kinderen van narcistische ouders heeft Petra óók:
- Bescherm jezelf zo veel mogelijk tegen je ouder. Dit doe je door duidelijke grenzen te stellen en emotioneel afstand te nemen.
- Realiseer je dat jouw gevoelens van ‘tekortschieten’ niet terecht zijn.
- Indien jouw eigen narcistische gevoelens onvoldoende ontwikkeld zijn, stel je dan even wat egoïstischer op naar anderen. Zo kan je jouw narcisme herstellen naar een gezond narcisme.
- Word je bewust van wat er gebeurd is en probeer je minder aan te trekken van kritiek van anderen.
- Benader jezelf positief met affirmaties, visualisaties e.d. Wees lief voor jezelf en verwen jezelf eens goed. Bedenk wat het kind in jou nodig heeft (liefde, aandacht, knuffels) en zorg ervoor dat het deze behoeften vervuld krijgt.
- Realiseer je hoe pijnlijk het is dat je nooit die ouders hebt gehad en zult hebben die je nodig had. Daar verlang(de) je bewust of onbewust naar.
- Rouw om jouw ellendige en verdrietige jeugd. Rouw ook om de door jou zo gewenste, maar zo gemiste, fijne, onbezorgde jeugd. Ga met het verwerken van deze twee rouwprocessen aan de slag.
Petra Roelofsen
Door Niels Brummelman