Interview – Bewegende zielen – Elmer Hendrix over de impact van systemisch werk
Er is een hoger bewustzijnsniveau met bijpassende energie dat iedereen aan den lijve kan ervaren. Hoe rationeel, nuchter of sceptisch ook: iedereen die ermee te maken krijgt en over een normaal gevoelsleven beschikt, kan deze subtiele energie leren kennen. In een familieopstelling ga je erin mee, of je er nu in ‘gelooft’ of niet.
Door Ewald Wagenaar
Ik sta met een tiental wildvreemden in een oude Joodse sjoel in Dieren. Begeleider Elmer Hendrix heeft me daar ergens in het midden van de ruimte neergezet – ‘opgesteld’. Er staan nog een paar anderen. Langzaam – alsof een onzichtbare hand me zachtjes leidt – zak ik eerst scheef naar rechts, ga dan door de knieën, op de hurken en ten slotte wil ik het liefst languit op de grond liggen. Niemand die me vertelde dit te doen, het gebeurt gewoon en ik geef me maar over aan de opkomende neiging. Een onbekend gezicht uit de groep buigt zich even later over mee heen en kijkt me eerst liefdevol aan en begint dan tranen met tuiten te huilen. Een diep verdriet welt zichtbaar in hem op terwijl hij mij aankijkt. Want ik ben dood. Daardoor is hij zo verdrietig.
Dit maakte ik mee als representant tijdens een familieopstelling door Elmer Hendrix van het Centrum voor Systemische Opstellingen. Zie kader. In eerdere opstellingen elders was ik al eens opgesteld: als boosaardige (volgens het kind dat de opstelling initieerde), als grootvader die een kleinkind wilde helpen en onder meer als de angst zelf waarvan weer iemand anders nogal last had. Iedere keer ervoer ik dat ik in één klap in het leven en de energie van een ander terecht kwam. Soms best wel zwaar emotioneel. In de opstelling waarin ik ‘dood’ ging, ontvouwde het verhaal zich als vanzelf. Iemand vertelde Elmer dat hij op slot leek te zitten met zijn gevoel en dat relaties leggen moeilijk ging. Met mij stelde Elmer wat mensen op in de ruimte en een paar gingen een voor een, waaronder ik langzaam ‘dood’. Zo voelde het. Zo zag het er voor de toeschouwers – potentiële representanten – uit. De oplossing voor de vraagsteller diende zich in onmiddellijk aan: toen hij de representanten van zijn ‘dode’ geliefden op de grond zag, welde een groot verdriet op over hen die hij was kwijtgeraakt. De opstelling had de oorzaak van zijn zielepijn zichtbaar gemaakt. Zijn ‘communicatieprobleem’ bleek een onvoltooid rouwproces.
Bewegen
Familieopstellingen zijn voor wie een wat gereserveerde houding heeft naar het spirituele of het ‘ongrijpbare’ vaak een hele belevenis. Je erváárt een onzichtbare kracht die een groep mensen stuurt zonder dat ze onderling contact hebben. Deze kracht is geen mentale, psychische of aardse spierkracht: het is de kracht van het astrale en transpersoonlijke niveau. Het betreft energie of krachten uit/van een groep, zoals een familie.
Onze individuele ziel zit op de grens van onze individuele psyche en het transpersoonlijke. Deze essentie of ziel kan door de gebeurtenissen in een familiesysteem niet alleen beschadigen, maar ook helen. Daarom is systemisch werk zoals dat wat Elmer doet – en velen met hem – werken met de ziel.
Elmer Hendrix: ‘Systemisch werk heeft verwantschap met bepaalde aspecten van het sjamanisme. Het zit op zielsniveau; het wordt aangestuurd door iets groters. Er zit een aspect van ‘gestuurd worden’ in. Er beweegt niets, de representanten worden als het ware bewogen en volgen die beweging. Een systeem, zoals een familiesysteem, heeft een collectief geheugen, maar er is ook een goddelijk aspect, het grote mysterie als een sturende kracht. Het is persoonlijk én onpersoonlijk.’
Is dat zieleniveau een kracht?
‘Nee en ja. Het is geen substantie of kracht. Maar het is er wel. Het kan helpen om te beseffen dat je aangesloten bent op iets dat je gewoonweg niet begrijpt.’
Zijn er goede en slechte zielen?
‘Dat is eigenlijk een collectieve vraag, en vraag je daarmee of er goede of slechte families bestaan. In het algemeen hebben zielen de neiging zich te verbinden. Een ziel wil terug naar de heelheid. Als dat niet lukt ontstaat pijn. Relaties zoals moeder en kind die verstoord raken, wekken in de ziel een hunkering naar die heelheid met de moeder. Op het niveau van de persoonlijkheid zie je dan veel verdriet, pijn, boosheid en angst. En dat kan een terugkerend patroon zijn in een familiesysteem. Met alle gevolgen van dien.’
Willen zielen ontwikkeling?
‘Ménsen ontwikkelen zich. Zielen neigen naar verbinding. Ik ben voorzichtig met het benoemen van wat zielen zouden willen.’
En wat als ze beschadigen?
‘Dat merkt iemand door een aanhoudend gevoel niet compleet te zijn, doelloosheid en ook gebrek aan eigen emoties. Het ziet eruit alsof iemand een tweelingbroer of –zus heeft verloren. Dat kan door een prenataal trauma al zijn ontstaan of door heftige gebeurtenissen in het leven na de geboorte. Een overlevingsmechanisme zorgt er dan voor dat een stuk van jezelf afgescheiden wordt om de pijn draaglijk te houden.’
En de kern?
‘Iedere opstelling gaat over liefde, verbinding en heelheid. Hoe komt alles weer bij elkaar? Iedere verstoring wordt diep van binnen als een verschrikking beleefd. En gebrek aan respect leidt tot disharmonie en disbalans die groei in de weg staat. We zijn immers, en ik citeer daarmee iemand wiens naam ik vergeten ben, goddelijke wezens in een menselijke ervaring.’
Je spreekt ook wel over ‘geweten’.
‘Ja de ziel lijkt te worden geleid door bepaalde wetmatigheden. Deze wetmatigheden vind je terug in het persoonlijke en in het collectieve of familiegeweten. Dat heeft met wetmatigheden te maken op die drie niveaus.’
Zoals?
‘Ieder lid van een systeem heeft het recht erbij te horen. Of: iedere plek in het systeem moet ingevuld zijn, ook de plaats van iemand die verstoten is. En: wie het eerst kwam, staat op de eerste plaats; het oudste kind heeft de meeste rechten. Nog een: ouders geven, kinderen nemen. Als het anders gaat, ontstaat disbalans met vaak grote gevolgen voor het individu.’
Kun je nog andere dan familiesystemen opstellen?
‘Jazeker. Organisaties- of bedrijfsopstellingen komen veel voor. Ook in toegepaste situaties waarin bestuurders zich afvragen wat medewerkers, omgeving of relaties van de organisatie willen, verwachten of wat er op het systemische niveau speelt. Er zijn ook ziekteopstellingen en zelfs landschapsopstellingen.’
Met welke vragen komen mensen naar een familieopstelling?
‘Nou, niet in volgorde van belangrijkheid: ziekten, boosheid op ouders, problemen in het gezin of met relaties, moeilijk vinden van een plek in het leven, problemen op/met het werk, ongelukken, altijd pech hebben etc.’
Wat is dan vaak de les?
‘Dat mensen beter zien waar ze zelf staan en wat de juiste plek binnen de familie is. Van daaruit kunnen ze zich dan opnieuw verbinden met de omgeving of het ‘probleem’, waarbij ze bijvoorbeeld beter hun grenzen gaan aangeven of dat laatste gaan leren. Hellinger zegt dat de kinderen de ouders helemaal dienen aan te nemen als de ouders, zonder verwijten en aanspraak op meer. Wat niet betekent dat de kinderen later hun grenzen niet mogen aangeven aan de ouders.’
Heb je voor jezelf wel eens een vraag opgesteld?
‘Dat was toen ik last had van angsten en innerlijke onrust. Ik kon er niet de vinger achter krijgen. De opstelling was heel emotioneel en zorgde er uiteindelijk voor dat ik mijn angsten los kon laten. Ik heb nog steeds geen flauw idee wat er nu gebeurde in mijn opstelling, en dat hoef ik niet te weten. Er ontstond een helende beweging, en daar gaat het om.’
Wat is de energie van opstellingen?
‘Geen idee. Het is niet sec bewustzijn. Misschien is er iets als het ziele-energie? Het heeft een structuur en een trilling. Maar eerlijk gezegd: ik weet het niet. Het heeft te maken met liefde, diepe liefde, dat wel.’
Meer: www.systemische-opstellingen.nl.
[ in kader:]
Representant in een familieopstelling
Het idee achter systemisch werk is dat ieder ‘sociaal verband’ bepaalde kenmerken (een eigenheid) en wetmatigheden kent. Het is een systeem. Het sterkste verband is dat van een biologisch verwante familie; vader, moeder en kinderen. Omdat ouders zelf ook ouders hadden en ooit kind zijn geweest, en dat natuurlijk nog steeds zijn, is een familie inclusief alle overledenen vaak heel groot. In een familiesysteem gelden bepaalde wetmatigheden: iedereen hoort erbij, er is een ordening van gezag en niveau, en een balans. Bert Hellinger heeft als een van de eerste de werking van deze systemen ontdekt, beschreven en aan anderen geleerd.
Een systeem kan je zichtbaar maken. Dat kun je bijvoorbeeld doen door middel van een familieopstelling, waarmee je met een begeleider zoals Elmer Hendrix en door gebruik te maken van andere mensen als representanten, je eigen familie op kunt stellen in een ruimte en kunt kijken wat zich aan dynamieken laat zien.
Representanten gaan – zonder ook maar iets te weten over wie ze representeren – dingen doen die passen bij de persoon die ze representeren: met de rug naar iemand uit de familie staan, weglopen, beschutting zoeken, boos of juist verdrietig worden.
Bij heftige emoties in een familie kunnen representanten dan ook die heftige emoties ervaren, zelfs als de persoon die ze vertegenwoordigen al jaren geleden is overleden.
Elmer Hendrix: ‘Iedere opstelling gaat over liefde, verbinding en heelheid.’