
Zoeken naar de betekenis van liefde
Tantrist Jan den Boer in dialoog met filosoof Jan Flameling
Er zijn veel woorden voor de liefde, maar zodra je hieraan gaat hechten raak je de liefde juist kwijt. Toch hebben we die woorden nodig om betekenis te geven aan de dagelijkse ervaring van genieten en verbinding in het hier en nu. Tantrist Jan den Boer in gesprek hierover met filosoof Jan Flameling.
Op mijn 23e volgde ik mijn eerste filosofiecolleges, aan de TU in Delft. In die tijd werd ik verliefd en vertelde tegen dat meisje wat ik voor haar voelde. Tot mijn verbazing nam ze in de loop van het gesprek steeds meer afstand. Die filosofiecolleges hadden me alert gemaakt op de betekenisverwarring die woorden kunnen geven. Dus vroeg ik wat verliefdheid voor haar betekende. Het gaf haar een gevoel van beklemming alsof ik haar een aanzoek had gedaan, om een langdurige vaste relatie had gevraagd. Ik vertelde dat verliefdheid voor mij juist een heel licht gevoel was. Een momentopname die me blij maakte en die ik graag met haar wilde delen, maar die voor mij niet betekende dat ik iets langdurig zou willen vastleggen. Toen die verschillende betekenissen van verliefdheid helder waren voor ons allebei, was de spanning verdwenen.
Hoe ontdek je de betekenis van liefde in jouw leven? Teveel nadenken leidt meestal tot meer woordenstrijd. Maar je kunt ook de tijd nemen om de betekenis van woorden te doorvoelen.
Jan Flameling is een filosoof die hier het onderzoek naar liefde laat beginnen. Hij wil niet die ene rationele definitie van de liefde, hij is geïnteresseerd in hoe iemand vanuit een persoonlijke gevoel kan ontdekken wat de liefde betekent. Om dit vervolgens liefdevol in contact te kunnen brengen. Zodat woorden bijdragen aan een verdiepende verbinding.
Hier een kort verslag van ons gesprek over dit onderwerp.
Veel mensen hebben het romantische idee dat liefde iets is wat er spontaan is. Wie je zelf bent is ook toevallig, je bent een optelsom van alles wat je in het verleden tegenkwam. Veel mensen zijn zelfs behoorlijk gehecht aan het beeld van wie ze zijn, terwijl dat eigenlijk gewoon een toevallige optelsom van omstandigheden is. Hiertegenover staat het idee dat liefde iets is waar je aan kunt werken. En dat je daarin ook aan jezelf kunt werken. Wat is de ‘echte’ liefde?Jan Flameling: ‘Als ik met mensen de liefde ga onderzoeken, realiseer ik me allereerst dat ik zelf eigenlijk nog steeds niet weet wat liefde is. Ik kan zeggen ik hou van pindakaas, ik hou van mijn zoon of ik hou van mijn vrouw. Maar hou ik dan op dezelfde manier van Albert Heijn-pindakaas als van mijn zoon? Ik dacht het niet. Daar begint voor mij het onderzoek, niet in de abstracte betekenis van het woord, maar letterlijk hoe ik in het leven sta. Wat hoor ik, wat voel ik. Dat luisteren, waarvoor stilte een voorwaarde is en dit zoeken naar een antwoord, is voor mij steeds belangrijker geworden. In dit meditatieve onderzoek, in die stilte, komen woorden op die minder cognitief zijn en veel dichter bij mijn eigen gevoel staan.’
Dus wat je doet is de liefde niet alleen op rationeel niveau bestuderen maar ook op lichaamsniveau kijken hoe je de liefde als ervaring verwoordt. Dat onderzoek begint met zintuiglijke ervaringen, genieten van een aanraking, van het elkaar aankijken, van de klank van de woorden van je partner. In dat genieten ontstaat soms een afhankelijkheid. Je wilt meer, je wilt het anders, en voor je het weet staat het genieten om in ontevredenheid. Zo’n 2500 jaar geleden definieerde de Griekse filosoof Socrates liefde al als een onstilbaar verlangen. Het lijkt erop dat dit ons westerse denken over liefde sterk heeft gekleurd.
Flameling: ‘Je ziet bij Plato en Socrates een soort vijandschap tegen alles wat te maken heeft met begeerte, lichaam en genieten. Dat is vervolgens overgenomen door de christelijke kerk. Tegenover dat gevaarlijke genieten wordt dan liefde gesteld als een soort vergeestelijkt schouwen van de schoonheid van de ziel. Dat wordt dan ook wel platonische liefde genoemd. Daar heb ik niet zoveel mee.’
In het boeddhisme zie je ook de afwijzing van begeerte. Maar in het tantrisch boeddhisme wordt onderscheid gemaakt tussen begeerte en verlangen. Als je het egostreven uit de begeerte haalt, word je vrij in je verlangen. Tulku Lobsang stelde voor om het onderzoek van de liefde te beginnen met het zintuiglijk genieten. Daarin kun je ontdekken dat er een afhankelijkheid kan ontstaan van je omgeving of van je partner. Met daarin de illusie dat je het gevoel van liefde kwijtraakt als je partner je die niet geeft. Die behoeftige begeerte is niet fout. Het kan aanleiding zijn tot onderzoek of er ook een andere notie van liefde mogelijk is. Een gevoel van liefde die onafhankelijk is van de buitenwereld.
Flameling: ‘Dat spreekt mij aan, ik definieerde mezelf ooit als radicaal hedonist. Er is niets mis met genieten. Ik begrijp dat er een volgende stap is: dat je gehecht kunt raken aan dat genieten. Dat kan gevaarlijk zijn. Dat komt uit het onderzoek naar mijn eigen strevingen naar voren. Je notie van egoloosheid vind ik belangrijk. Het genieten is verbonden met het idee van spontaan en vanzelf, het streven naar egoloosheid gaat juist over intentie en oefenen.’
Zo’n oefening is het leren omgaan met emoties. Als ik leef vanuit het idee dat alles spontaan is, dan zal ik mijn boosheid uiten als ik niet krijg wat ik aan liefde van mijn partner verwacht. Als ik dit weer herken als mijn eigen egostreven, dan kan ik nieuwsgierig naar mijn boosheid kijken. Mij helpt het om mijn bewustzijn te zien vanuit de metafoor van de golven en de zee. Mijn emoties zijn golven, maar mijn essentiële bewustzijn is de zee die altijd in liefdevolle rust is. Door oefening kan ik zelfs bij de heftigste emoties nog steeds in contact blijven met die liefdevolle zee. Er zijn drie vormen van liefde. Bij de egoliefde ben ik als een golf die zich niet bewust is van de verbinding met de andere golven. Dat leidt tot strijd met mijn partner. Als ik door meditatieve oefening mijn ego af en toe los kan laten, word ik mij bewust dat ik eigenlijk altijd al in verbinding was met de ander: we zijn beiden golven van de zee die zich bewust zijn van de verschillen. De derde vorm van liefde is die waarbij we het ego loslaten en gaan ontdekken dat we eigenlijk altijd al deel waren van die liefdevolle zee. Wel moeten we ons deze eenheidservaring steeds opnieuw blijven herinneren. Dat noemt boeddhisme dan de absolute liefde.’
Flameling: ‘Ik heb niet zoveel met eenheid. Ik zie het verschil juist als een creatieve en productieve bron. Ik ben een golf en er zijn andere golven, we zijn verschillend en kunnen ons toch verbinden. Maar ik ben wel benieuwd hoe het zou zijn om vanuit de ervaring van die zee, vanuit die verbinding, de ander tegen te komen en toch in verbinding te blijven. Genieten van het golf-zijn en ontdekken: wow, ik ben eigenlijk altijd al in verbinding met de zee!’
Je bedenkingen bij eenheid zijn belangrijk. Wat wij weten is dat het denken de neiging heeft om woorden als absolute waarheid te zien. In de liefde gaat zoiets mis. Dan moeten we ineens gaan voldoen aan een goddelijk of boeddhistisch ideaal of aan een abstract concept van absolute liefde. Dit brengt hechting met zich mee, terwijl die ‘absolute’ liefde alleen kan ontstaan in de onthechting.
Flameling: ‘Die nadruk op concepten is typisch voor de westerse academische filosofie. Een groot deel van de veranderingen in mijn leven is juist gekoppeld aan lichaamswerk en het ervaren van het lichamelijke aspect. Daar start het onderzoek. Vervolgens stel ik de vraag: hebben wij daar woorden voor, zijn er woorden die wij kunnen delen? Tot nu toe hebben filosofen het teveel over het hoofd gehad, niet over het hart. Ik zoek in mijn leven en mijn workshops juist de taal van het hart.
Daarin zie ik ook de mogelijkheid om uit de abstracte filosofische waarheden te blijven. De ‘absolute’ liefde waar filosofen en spirituele leraren over spreken, is geen groot en abstract concept. Die liefde is in alle kleine en dagelijkse verbindingen vanuit het hart.
Flameling: ‘De paradox van deze vorm van ‘absolute’ liefde is dat hij er altijd al is, hier en nu in ons dagelijks leven, maar dat we toch onderzoek en oefening nodig hebben om dat elke keer weer te herkennen.’
Jan den Boer en Jan Flameling studeerden beiden filosofie en ontwikkelden zich verder op het gebied van lichaamswerk en meditatie. Op 5 oktober geven zij de workshop De zoektocht naar de betekenis van liefde in centrum Djoj. Meer: www.tantratraining.nl en www.ataraxia-filosofischbureau.nl.