
Orde en chaos
Ben je klaar om de Heyoka te ontmoeten?
Orde moet er zijn. Patronen en regels, afgebakende, begrensde ruimten, in de zichtbare materie maar ook en vooral in ons hoofd. Orde, zodat we ons veilig voelen. Een gefantaseerde veiligheid, want chaos loert om de hoek en grijpt elke gelegenheid aan om ons te pakken. Maar is dat zo erg?
Door Linda Wormhoudt
In de aanvang was er het oneindige niets. Er was zand noch zee noch zilte golven. Niet was er de aarde, niet de hemel erboven. Gapend de chaos, gras was er nergens. (Edda)
Chaos (Grieks voor ‘leegte’) is volgens de Griekse mythologie het grote Niets. Een bodemloos gat waarin alles eindeloos valt: niet naar beneden, want er is geen orde of logica, maar kriskras door elkaar. En in deze immense wanorde ontstond orde, allereerst in de vorm van de Aarde, en daarna werden de eerste goden geboren.
Ook in andere culturen komen we deze beelden van Chaos tegen. De Ginnungagap (de afgrond van Ginn) is de kloof van ogenschijnlijke leegte, een ruimte zonder materie, het grote Niets uit de Noordse mythologie. In de Edda speelt de Ginnungagap, een gapende afgrond, de hoofdrol in het scheppingsverhaal. Het Oudnoorse woord ‘ginn’ betekent oorspronkelijk tover of magie. Het daarvan afgeleide ‘ginnung’ betekent betovering. De moderne betekenis van het woord ‘chaos’ is echter wanorde, en heeft een negatieve bijklank gekregen.
Toverij en wanorde
Uit het niets ontstaat iets, en dat is pure magie, toverij. Uit een duistere diepte wordt materie geboren en hoe dat precies gebeurt, weet niemand. Dat is uitdagend en tegelijkertijd bedreigend, want de mens wil weten hoe het zit, het moet bewijsbaar en aantoonbaar zijn. De controledrang van de mens is groot. Accepteren dat er een plek is waar wanorde heer en meester is, is moeilijk. Wanorde geeft aan dat er geen patronen zijn en dat je dus niet weet waar je aan toe bent. Dit creëert een gevoel van onveiligheid en daar zijn we niet zo blij mee.
In het park naast mijn huis is de tegenstelling tussen orde en chaos zeer zichtbaar. Het park bestaat uit twee gedeelten. Het ene deel wordt keurig netjes bijgehouden door de gemeente, met onberispelijk gemaaide grasvelden en bomen netjes op een rijtje. Onkruid wordt rücksichtslos gewied en een wilde roos moet het niet wagen om buiten de gewenste proporties te groeien. Behalve een enkele duif is er haast geen dierlijk leven te bekennen; ze durven niet. De verdwaalde vos werd acuut neergeknald en een troep ganzen werd verwijderd: teveel overlast, teveel wanorde.
En er is het wilde gedeelte, onderhouden door een rebelse boswachter. Die omgewaaide bomen weigert op te ruimen en ruim baan geeft aan wilde planten met rare namen. Hier lopen geheimzinnige kronkelpaadjes, meanderen bizarre waterstroompjes zomaar dwars over voetpaden en groeien er planten die volgens de geldende normen geen enkel bestaansrecht zouden moeten mogen hebben. Een woest woud van brandnetels en berenklauwen. Een schande, vinden sommige buurtgenoten. Het is zo onoverzichtelijk, kinderen zouden er kunnen verdwalen en er lopen vast rare mannen met regenjassen. Het is onveilig. Het is Chaos.
Muze
De menselijke angst voor chaos ligt in onze hersenen besloten. Die willen duidelijke patronen en kaders om ons een gevoel van veiligheid geven. Overal zien we gezichten, afbakeningen, patronen en structuren. Daarom zien we een sfinxgezicht in een rotsformatie op Mars, daarom zien we het gelaat van Jezus in een aardappel. Als we het herkennen, wordt het veilig.
En als dan alles is ingekaderd, alles in herkenbare patronen is omgevormd, dan gaan we zitten op de bank en doen we niets meer. Er is immers geen ontdekking meer te doen, er is geen uitdaging meer en de creativiteit zakt tot het nulpunt. We zijn nu een soort Borg geworden, uit de televisieserie ‘Startrek’, allen verbonden aan een collectief denken waar geen ruimte meer is voor individualiteit. Lekker veilig.
Ik tuur in de afgrond en zie eerst alleen maar zwart. Dan zie ik kleine vonkjes, rood en oranje, dansend in het duister. En dan trek ik zo snel ik kan een vonkje uit het donker: het kronkelt en siddert als een kleine bliksemschicht. Ik heb het gevangen! Ik sta snel op en maak dat ik weg kom. Al zigzaggend ren ik door pasgekamde Nederlandse grasvelden, passeer stopbordjes en een verbaasde buurvrouw, pak mijn sleutel, doe de deur open en doe ‘m snel achter mij dicht. Hijgend, met mijn handen op mijn knieën, kijk ik naar de schat in mijn hand. Ik heb het. Snel leg ik het op mijn tong en ik voel het friemelen in mijn keel als ik slik. Ik heb net een muze opgegeten!
Groepsdieren
Mensen zijn groepsdieren. We behoren allemaal tot een volk, een stam, een groep mensen. In elke groep wonen normen, waarden en regels. Dat moet wel, want anders valt de groep uit elkaar. In een groep moet er worden samengewerkt om te kunnen overleven. Dit is vooral zichtbaar in traditionele nomadenstammen, waarin ieder zijn of haar afgebakende rol heeft. De jager jaagt, de verzamelaar verzamelt, de krijger beschermt en de smid smeedt. Elk lid van de stam levert op zijn/haar eigen manier een bijdrage voor de hele groep. De krijger beschermt niet alleen zichzelf, de jager deelt zijn buit met degenen die minder fortuinlijk zijn.
Noodzakelijke gedragsregels zorgen ervoor dat ze met z’n allen kunnen samenleven. Gij zult niet de vrouw van de jager begeren, gij zult niet afgunstig kijken naar de tent van de buurman. Maar regels kunnen rigide worden als ze niet zo nu en dan aan de kaak worden gesteld. Er kunnen vreemde dogma’s ontstaan als er niet af en toe aan die regels wordt gesjord. Een mens is, naast lid van een groep, ook een individu, met eigen meningen en ideeën. Als men vasthoudt aan regels maar niet meer weet waarom, kunnen er grote problemen ontstaan. Sommige Noord-Amerikaanse indianenstammen hadden hiervoor een goede oplossing.
De Heyoka
De Heyoka is een figuur uit de cultuur van de Lakota Sioux indianen. Een heilige clown, een bedrieger, een nar. Iemand kan een Heyoka worden na een ontmoeting in de droomwereld met de Wakinyan, een Donderwezen. Dit wezen schudt alles uit verband. Een ontmoeting met een Wakinyan kan een mens ‘gek’ maken, en zo gedraagt de Heyoka zich ook. Hij balanceert op de grens van het abnormale. Zijn gedrag is bedoeld om mensen te shockeren en te laten nadenken over de kwetsbaarheid en de kostbaarheid van het leven. Alle denkbare maatschappelijke regels worden door de Heyoka overtreden om het nut van die regels te testen. Zijn rol is door absurditeit en zijn chaotische en wanordelijke gedrag de mensen wakker te schudden uit hun dagelijkse patronen. Een Heyoka klaagt over de hitte als het koud is en als het warm is, bibbert hij van de kou. Hij danst en loopt achteruit en rent naakt door de sneeuw. Het is een zware taak, want hij wordt enerzijds door zijn afwijkende gedrag en de band met de Wakinyan gezien als machtig en daardoor als gevaarlijk, anderzijds als een buitenstaander, een zwart schaap temidden van de witte. De Heyoka leeft aan de grenzen van de stam, en een sociaal leven kan hij voorlopig vergeten.
Nu lijkt een Heyoka een exotisch gegeven, maar als je om je heen kijkt, is dat niet zo. Elke groep heeft zijn eigen Heyoka. Iemand die aan de regels rammelt en normen fileert. In elke groep, familie of stam is er een clown te vinden, een rebel, een buitenstaander. Zelfs in de individualistische Westerse wereld danst de Heyoka-geest door de volkeren. Regels moeten zo nu en dan worden vernieuwd om te voorkomen dat we collectief in slaap vallen of ten onder gaan aan onze eigen dogma’s. De clown heeft een eigen-wijsheid, die van overgave. Niet alles kan gecontroleerd, niet alles kan ingeperkt. Gelukkig maar.
Balans
Om goed te kunnen functioneren, kaderen we onze dagen in, maken we indelingen en lijstjes. De hele dag is ingedeeld in hapklare brokken en patronen. Het geeft ons het idee dat we alles onder controle hebben en dat is wat we willen. Maar in de Chaos, in de Oerruimte, woont magie. Daar liggen alle zaden opgeslagen, alle potentie, alle dromen ooit gedroomd en alle ingevingen, zij die nog niet zijn geboren, nog niet in de materie getrokken. Hier wonen de Muzen, hier wonen Inspiratie en Ingeving.
Chaos bevat wijsheid. Probeer je voor te stellen dat je voor die Chaos zit, op het randje, op je knieën. Kijk, als je durft, dan de leegte in en stel jezelf de volgende vragen: welke regels, normen en waarden die nu een rol spelen in jouw leven zijn van jou en welke niet? Welke zijn geërfd van je ouders en passen ze je nog? Geven ze je stabiliteit of verstikken ze je? Als jij niet naar chaos kijkt, zal chaos naar jou kijken. Als jij niet zelf af en toe kijkt naar de geijkte patronen en wat ze met je doen, kan er zomaar ineens een Heyoka langsdansen die alles voor je door de war gooit. En dan zul je je moeten overgeven, of je dat nu wilt of niet. Je bent gewaarschuwd.
Linda Wormhoudt is sjamaniste en rituelenbegeleidster, auteur van ‘Goden en sjamanen in Noordwest-Europa’, ‘Ademtocht, verhalen over de dood’, en ‘Seidr, het Noordse pad, werken met magische en sjamanistische sporen in Noordwest-Europa’ alle uitgegeven door uitgeverij A3 boeken. Haar website: www.soulritual.nl. Haar twitteradres: http://twitter.com/Lindatweetraaf.