Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views :
img

In de overgang: bloeitijd van de ziel

/
/
/
1407 Views

De overgang is niet iets om bang voor te zijn, integendeel. De fysieke en emotionele energie die je van de natuur hebt meegekregen voor het moederschap, komt vrij en wordt beschikbaar voor ‘hogere’ zaken, voor spiritualiteit. Die energie is fenomenaal. Het is een heftig, maar door en door spiritueel proces, waardoor je ziel kan opbloeien als nooit tevoren.

Door Lisette Thooft

Na de overgang leef je als vrouw niet meer zozeer voor anderen, naar de verwachtingen van anderen, zeggen psychologen. Dan leef je eindelijk helemaal voor jezelf. Je kunt je afvragen: hoe spiritueel is dat eigenlijk? Het klinkt egocentrisch. Heeft spiritualiteit dan niet te maken met een hoger doel dan jezelf? Ja, maar als je je minder bekommert om de mening van anderen, komt er meer ruimte. Voor jezelf, maar interessant genoeg ook voor anderen. Het is een soort ruimte die niet egocentrisch is. Integendeel: geven gaat je beter af, als je ouder wordt.

Toen ik een jonge vrouw was, raakte ik vaak in de knoop met mijn behoefte om te geven aan andere mensen wat ze van me wilden hebben, of wat ik dacht dat ze van me wilden. Ik maakte bijvoorbeeld een afspraak met een vriendin voor een gezellig dagje uit en als iemand anders dan vroeg of ik ook bij haar langskwam, maakte ik met haar ook een afspraak. Dat liep natuurlijk spaak. Mijn ene vriendin was teleurgesteld dat ik tijd van ons gezamenlijke dagje afsnoepte, en de andere was teleurgesteld omdat ik zo weinig tijd had voor haar. Zo ging het dikwijls. Ik wrong me in alle bochten om mezelf maar uit te delen aan de mensen om me heen en telkens was er wel iemand boos op me omdat ik hem of haar teleurstelde. Ze vonden dat ik te weinig gaf. En ik was vaak gekwetst omdat ik vond dat ik juist zo veel gaf, meer dan ik eigenlijk kon opbrengen, en omdat ik daar geen waardering voor kreeg.

Nu, na de overgang, overkomt me dat niet zo snel meer. Ik heb mijn grenzen leren kennen en aanvaard en ik weet wat ik allemaal níet kan geven. Ik geef wat ik heb, niet wat ik vind dat ik zou moeten hebben. In het algemeen tenminste… Oké, ik heb nog wel eens met een rood hoofd een diner staan koken voor veertien personen terwijl ik me stilletjes afvroeg waarom ik niet meer hulp had georganiseerd, maar dat soort momenten waren vroeger schering en inslag en zijn nu uitzonderingen.

Ik denk dat oudere vrouwen daardoor betere gevers worden. Als je geeft wat je niet hebt, creëer je in jezelf als het ware een vacuüm, en het logische gevolg is dat je gaat zuigen. Op zijn minst gedraag je je gekwetst als de beloning uitblijft of tegenvalt. Je hebt van anderen aanvulling nodig, omdat je jezelf hebt leeggegeven. Maar als je ouder wordt en alleen nog maar geeft wat je echt te geven hebt, is het geven ‘gratis’ bij wijze van spreken, dan hangt er geen prijskaartje aan. Je hoeft er niets voor terug, want je hebt genoten van het geven.

Het betekent dus dat je ook in staat moet zijn om nee te zeggen tegen verzoeken waaraan je niet kunt of wilt voldoen. Als je zoon en schoondochter vragen of je vier dagen op je drukke kleinzoontje wilt passen in hun flat in de stad en je krijgt een opvlieger van de gedachte alleen al, dan zeg je gewoon nee. ‘Nee, sorry, dat kan ik niet aan. Ik vind het wel goed als hij een paar daagjes hier bij mij thuis komt logeren, en misschien kunnen we nog iets afspreken met tantes die kunnen helpen met de zorg?’ Maar natuurlijk – als je hart opspringt bij het idee, dan zeg je stralend ja en dan doe je het en het is een groot cadeau waarvoor je niets terug hoeft en waarvan je zelf enorm geniet. Misschien zijn opvliegers daar wel voor?

Stabiliseren

Tijdens en na de overgang veranderen de hormoonspiegels sterk, maar het wonderlijke is dat de hormonen niet allemaal uit ons lichaam verdwijnen. Oestrogenen worden niet meer door de eierstokken geproduceerd. Maar het productiepeil van sommige hormonen blijft vanaf de overgang juist stabiel op een zeer hoog niveau: namelijk de hormonen FSH en LH, het follikelstimulerend hormoon en het luteïnevormend hormoon. Deze stoffen reguleren de aanmaak en interactie van oestrogenen en progesteron en je zou dus verwachten dat ze na de menopauze overbodig zijn. Er zijn dan immers geen follikels meer om te stimuleren; de eitjes zijn ‘op’ en het blijft stil daarbinnen. Maar in plaats van weg te vallen, stabiliseren deze hormonen zich op een peil dat hoger ligt dan ooit. Waarom? Volgens Christiane Northrup, auteur van De overgang als bron van kracht, is er steeds meer bewijs dat FSH en LH allerlei veranderingen stimuleren in de hersenen. De intuïtie wordt er bijvoorbeeld sterker door. Ze worden ook wel ‘meditatiehormonen’ genoemd en veel vrouwen rapporteren dat ze na de overgang enthousiaster en makkelijker mediteren dan ervoor.

Je hormonen helpen je dus om deze fase spiritueel door te maken. Want wat gebeurt er precies, in spirituele zin? De fysieke en emotionele energie die je van de natuur hebt meegekregen voor het moederschap, komt vrij en wordt beschikbaar voor ‘hogere’ zaken, voor spiritualiteit. Die energie is fenomenaal: dit is de kundalini-energie uit de oosterse filosofieën. In de mythologie wordt die energie voorgesteld als een slang, die opgerold ligt aan de basis van onze ruggengraat. Als de slang zich opricht, stroomt de energie naar boven en word je ‘verlicht’. Sommige soorten yoga zijn er helemaal op gericht die energie naar boven te sturen. Yogi’s die deze soorten yoga beoefenen, blijven meestal celibatair, want, zegt men, door seksuele activiteit stroomt de energie nutteloos naar beneden weg door de geslachtsorganen.

De kundalini-slang is heilig. Het is de meest creatieve kracht die we hebben; hij maakt ons godgelijk – we kunnen er immers nieuwe mensen mee scheppen. En het is die kracht die ons met elkaar verbindt, met onze voorouders en met onze kinderen en kleinkinderen, vanaf het begin van de mensheid tot in de verre toekomst.

Maar het is ook deze zelfde kracht die ons in blinde voortplantingsdrift tot egocentrisme of egoïsme drijft. Bij dieren is de voortplantingsdrift strikt geregeld door de wetten van de natuur: paren en baren gebeurt op gezette tijden, en buiten die tijden bekommert geen dier zich erom. In de mens is seksualiteit losgezongen van de seizoenen en verbonden met ons ‘ik’, ons ego. Door die oerdrang worden we egoïstisch, begerig, ongeduldig en ongevoelig voor het welzijn van anderen. Daarom is seks al sinds mensenheugenis een probleem voor de mens. Er moet iets met die slang gebeuren, wil de energie heilig worden. Vandaar ook dat er zoveel mythen zijn waarin mensen strijden met slangen of draken. Het beeld van de draak komt voort uit de slang.

Je zou kunnen zeggen: de overgang is het proces waarmee de lichamelijke oerkracht van de vrouwelijke seksualiteit wordt ópgeheven, verheven naar een hoger deel van onszelf, spiritueel gemaakt. Dat wil niet zeggen dat je daarna niet meer aan seks zou kunnen doen, maar het wil wel zeggen dat die kracht een diepgaande verandering ondergaat.

Transformeren

In deze periode kun je je zachtjes losmaken van de intense vrouwelijke gehechtheid aan de aarde, aan voedsel en bezit. Je kunt je lichaam precies dat geven wat het nodig heeft en daarbij ook je ziel voeden, je geestelijke leven. Je kunt je liefdesleven transformeren en spiritueel maken. Je kunt je focus richten op jezelf en daar ontdekken dat je alles al in huis hebt wat je nodig hebt. Die typisch vrouwelijke ontvankelijkheid, die aanhankelijkheid, die je als jonge vrouw deed twijfelen en piekeren of je het allemaal wel goed deed, of je wel beantwoordde aan de verwachtingen en de behoeften van je geliefden, kun je transformeren tot een diepe innerlijke zekerheid. Zelfkennis, zelfbewustzijn, zelfrespect, zelfvertrouwen, al die zaken die je als jongere vrouw zo pijnlijk miste of zo moeizaam moest bevechten, dat zijn de zoete vruchten van een geslaagde overgang.

Je kunt je talent om te luisteren naar anderen ontwikkelen en tot bloei brengen, en je kunt leren luisteren naar je eigen innerlijke stem. Je kunt de drakenkracht gebruiken om je spirituele kanaal open te maken. Daar is die kracht voor bedoeld.

In deze fase van de evolutie van het menselijke ras is het nog allerminst vanzelfsprekend dat je wijs wordt, ‘verlicht’, als je de menopauze voorbij bent. Maar zou er ooit een tijd kunnen komen waarin dit wel de normale gang van zaken is? Zou het in een verder geëvolueerd stadium van onze geschiedenis normaal zijn dat iedereen die de vruchtbare jaren achter zich laat, de energie van het seksuele driftleven transformeert tot spiritueel inzicht, wijsheid en mededogen?

Hoe meer mensen zo’n transformatie nastreven en doormaken, hoe normaler het wordt. Dan vormen we positieve rolmodellen waarmee we jongere vrouwen het voorbeeld geven en een hart onder de riem steken.

In onze cultuur is het bijna een taboe om te zeggen dat de menopauze een gelukkiger mens van je maakt. Maar steeds meer vrouwen erkennen en herkennen de geweldige mogelijkheden van die ingrijpende lichamelijke en psychische transformatie.

Er komt ruimte voor jezelf. Misschien komt er wel eindelijk ruimte voor je zelf. Maar juist dat ‘zelf’ verandert door de transformerende kracht van de overgang: je wordt aandachtiger, ruimer, rustiger, dieper en wijder.

De overgang is een kans om van binnen heel te worden, een heel mens, met vrouwelijke en mannelijke eigenschappen, met liefde en vrijheid, niet langer hunkerend naar bevestiging of vervulling door anderen. De draak van onze levenskracht schuilt niet langer in de donkere grot van de vrouwelijke vruchtbaarheid, maar komt tevoorschijn. De slang ontrolt zich en rijst op. De energie komt in golven en de hitte slaat je uit… Elke opvlieger is een herinnering aan je vrouwelijke kracht, je vitale energie. Als je weet wat er aan de hand is, kun je die energie gebruiken waarvoor ze kennelijk bedoeld is – voor spirituele ontwikkeling.

Meer lezen: ‘Spiritueel door de overgang’, Lisette Thooft, een geheel herziene versie van ‘Spiritualiteit werkt in de overgang’, verschijnt in juli 2011 bij Ten Have.

www.lisettethooft.nl



Plaats een reactie

    Artikel delen
  • Facebook
  • Twitter
  • Google+
  • Linkedin
  • Pinterest