Groentesushi als tussendoortje of vooraf

In de donkerste dagen van het jaar gaan westerlingen massaal eten. En niet altijd even gezond. Maar deze groentesushi geeft energie en om die paar calorieën hoef je het niet te laten. Een lekker tussendoortje. Of als voorgerecht.

De Japanners stoppen er vooral vis in, rauwe zelfs. Sushi is een nationaal gerecht daar en betekent zure rijst. Wat naam betreft, dekt de aanduiding ‘groentesushi’ de lading niet: er zit helemaal geen rijst in zelfs. En vis evenmin. Deze groentesushi is volgens het ‘rawfood’ concept: de vegetarische etenswaren worden niet verhit maar rauw verwerkt.

Voor de rijstvervanger koos Amy Rachelle – bedenker van dit gerecht – geraspte bloemkool. Echter niet te veel, want in rauwe bloemkool zit een ‘bittertje’ waarvan de meeste mensen liever niet teveel eten. Dankzij sojasaus met eventueel een mespuntje wasabi of groene mosterd en natuurlijk de andere ingrediënten wordt deze groentesushi een hapje met een rijke smaak. Ideaal voor tussendoor of als voorgerecht.

Nodig: mixer of blender

Ingrediënten voor 4 personen:

• pakje met 6 nori-vellen (ongeroosterd), de Japanse zeewier
• twee koppen bloemkool
• 5 eetlepels olijfolie
• handjevol alfalfakiemen
• rode paprika
• 1 rode ui of twee bosuitjes
• een avocado
• komkommer
• 2 mespuntjes zout
• sojasaus
• wasabipasta
• een beetje ingemaakte gember (van de Aziatische toko)
• eetstokjes
• sushimatje om sushirollen te kunnen maken

Bereiden:

Rasp de bloemkool – in kleine stukken gesneden – met de olijfolie en een mespuntje zout kort in de keukenmachine met daarin het S-mes – tot een bloemkoolrasp, zodat het lijkt op de structuur van rijst.

Schil de komkommer, snijd ‘m in repen en haal de pitten eruit.

Snijd ook de paprika en avocado in reepjes.

Maak de uien zo fijn mogelijk (of snijd hiervoor in de plaats de bosuien in repen).

Doe een halve eetlepel water op een bordje en haal beide zijden van het nori-vel erdoorheen zodat dit vochtig wordt. Leg de nori op het sushimatje. Maak een strook van de kiemen in de lengterichting van de nori. Hierop maak je een vijf centimeter brede en dunne strook van bloemkoolrasp.

Leg op de bloemkoolrasp wat paprika, komkommer, bosui en avocado.

Voeg wat zout toe naar smaak.

Draai de sushirol strak dicht en plak ‘m eventueel met nat gemaakte vingers dicht. Zo ook de andere vier rollen.

Vlak voor het serveren in stukken van ca 2 à 3 centimeter dik onder een hoek snijden. De rol gewoon dwars doormidden kan ook; dan kun je ‘m met de vinger eten (voor wie geen stokjes heeft).

Opdienen op een plankje met voor iedere eter een schaaltje of kommetje met een laagje soyasaus om in te dippen. Een mespuntje wasabi en ingemaakte gember apart op het/ieder plankje.

Eet smakelijk!

Meer info: www.amyrachelle.com.