De onmetelijkheid in jezelf toelaten
Groenlandse sjamaan Angaangaq ontsluit het natuurlijke
Regelrecht uit de Groenlandse natuur. Met een lichaamslengte die niet doet vermoeden hoe groot zijn levenskracht is: de Groenlandse sjamaan Angaangaq Angakkorsuac reist de hele wereld af in opdracht van zijn volk en deed onlangs Nederland aan. Hier een fragment uit een gesprek met hem.
Door Christoph Quarch, vertaling Wilma Wedman
‘We zijn zo van ons gevoel vervreemd. We zijn altijd maar druk. Je weet dat we verschillende soorten energie hebben. Vaak is de energie geblokkeerd; we blokkeren de stroom. Dat maakt ons ziek, zowel lichamelijk als geestelijk. Dit gebeurt overal op de wereld. De mensen zijn niet meer met zichzelf verbonden. We weten niet meer hoe het voelt om te worden aangeraakt. Terwijl het spectrum van aangeraakt te worden groot is. Maar we weten niet meer hoe dat gaat. We weten niet hoe we ons moeten laten aanraken, noch hoe we anderen moeten aanraken. We hebben het te druk om contact te maken met ons gevoel. En wanneer we daarin niet meer slagen, raken we uit balans. Doordat de mensen geen balans meer hebben, gaat het met de wereld als geheel bergafwaarts. Daarom zei mijn moeder: “Alleen als we het ijs doen smelten in de harten van de mensen, bestaat de kans dat de mens verandert en zijn kennis met wijsheid gebruikt.” Wanneer het ijs gesmolten is, zullen de mensen zich bewust worden van zichzelf. Dan zullen ze nader tot zichzelf komen.’
Aan het woord is Angaangaq. De kleine Groenlandse sjamaan die nog in contact leeft met de natuur en het natuurlijke. Zijn boodschap is van een sneeuwwitte helderheid en bevat tegelijkertijd een indringende waarschuwing.
Bewuster worden?
Angaangaq: ‘Bedenk wel dat de grootste afstand in het leven van een mens zit tussen zijn hoofd en zijn hart. We denken dat de sterren heel erg ver bij ons vandaan zijn, maar de afstand tussen hoofd en hart is groter. We zijn ontworteld. Wat de meeste mensen voor echt houden is in werkelijkheid een illusie. Een die gemakkelijk kan worden verstoord. Je herinnert je toch nog wel hoe een kleine storm als Katrina de levens van duizenden mensen verstoorde? Wat wij aanzien voor de werkelijkheid, is zo kwetsbaar omdat ze niet gegrond is in de werkelijkheid die in jou aanwezig is.
De kloof in het leven van de mensheid is groot! Daarom zei mijn vader: “Alleen wanneer je je van die verwijdering bewust wordt, kun je beginnen met leren – met leren zweven als een arend. Pas dan zul je begrijpen hoe onmetelijk groot je bent van binnen. We denken dat de hemel onmetelijk groot is. Niemand heeft je ooit verteld dat je zelf onmetelijk bent van binnen. Je ouders hebben je het niet verteld, je grootouders hebben het je niet verteld. Op school heeft niemand het je geleerd, niet op de universiteit en ook niet in de kerk. Niemand heeft het er ooit met je over gehad. Daarom denk je dat de grote dingen ergens buiten jezelf bestaan. Eigenlijk zouden we van kinds af aan moeten leren dat we groots zijn van binnen.
Ieder mens is zo complex, bestaat uit zoveel verschillende lagen dat je hem nooit helemaal kunt kennen. Laat staan dat je jezelf helemaal doorgronden kunt. Het is echt heel gek; ooit meende iemand van mijn familie dat er toch wel iets te zeggen was voor het christelijke geloof. Mijn grootmoeder liet ons haar mooie glimlach zien en zei: “Oh, is dat niet prachtig? Je beweert van God te houden, maar je kunt beter beginnen van jezelf te gaan houden. Hoe kun je nu van God houden als je niet van jezelf houdt?” Van jezelf houden – betekent dus dat we die onmetelijkheid in onszelf absoluut moeten toelaten. Zonder die onmetelijkheid in onszelf te erkennen, kan de wereld niet veranderen.’
Hoe ondersteun je de mensen bij het leren kennen van de onmetelijkheid in henzelf?
‘Door een ceremonie. Het leven is een ceremonie op zichzelf, waard om met een ceremonie gevierd te worden. Een tijdje geleden werd ik geïnterviewd voor een radiozender in New York. De interviewer vroeg me: “Oom, waarom sjamanisme?” Ik dacht even na en zei: “Omdat jullie de ceremonie van het leven vergeten zijn. Als je naar Manhattan gaat, zie je mensen die nergens tijd voor hebben. Ze doen wat ze altijd doen, en dat neemt zoveel tijd in beslag dat ze voor niets anders tijd overhouden. Hetzelfde fenomeen zie je op steeds meer plekken in de wereld. We zijn zo druk dat we er helemaal niet meer bij stil staan dat het leven gevierd wil worden.”
Kijk uit het raam! Zie je de sneeuw vallen? Is dat niet geweldig? Wat een heerlijk gevoel is het om languit te gaan liggen en je door de sneeuw te laten bedekken… Dan voel je de wereld! Maar bijna niemand doet dat. Het leven is het waard om gevierd te worden. Dat is wat ik doe.’
Zou je kunnen zeggen dat sjamanisme – vanwege de vele ceremoniën – de wereldspiritualiteit is voor onze aarde?
‘Natuurlijk. De wereld is in grote nood. Ze heeft het sjamanisme nodig. Bedenk maar hoe we ons in alle wereldreligies niet bijster goed van onze taak gekweten hebben. Denk aan Abraham en zijn mooie leer; we hebben het niet begrepen. Toen kwam Mozes met zijn ongelooflijke onderricht. Daarna Zarathustra met een prachtige en krachtige leer; daarna Krishna, daarna Boeddha, daarna Christus, toen Mohammed, toen Baha’u’llha – maar we hebben niets gedaan. Integendeel. In de wereld van vandaag zien we zoveel oorlogen die in de religies geworteld zijn. De mooie leringen zijn we vergeten. Wanneer ik in de westerse wereld onderweg ben, vraag ik soms aan de mensen: “Denk je nog wel eens aan de mooie leer van Christus?” Dan kijken ze me verbaasd aan en vragen: “Wat bedoel je?’’’
Ja, wat bedoel je daarmee?
‘Als je de mooie leer van Christus begrepen zou hebben, zou je nooit op het idee gekomen zijn om die op te splitsen in verschillende geloven. Christus moet zich wel permanent ronddraaien in zijn graf als hij eraan denkt dat er wel 1500 verschillende christelijke kerkgenootschappen zijn. Wat hebben we in hemelsnaam gedaan? Denkt iemand nog wel eens aan de schoonheid van Christus? Het lijkt van niet. Niemand kent nog die eenvoudige schoonheid van zijn leer.’
Ga je de schoonheid van de leer van Christus weer ontdekken als je in aanraking komt met het sjamanisme?
‘Zeker! Door de ceremoniën zullen we weer in staat zijn de schoonheid van de grote leringen te herkennen. Je moet bedenken dat ze niet allemaal tegelijk gekomen zijn. Ze kwamen de een na de ander. Net als wij in onze ontwikkeling verscheidene stadia doorlopen hebben, zo hebben ook de grote leraren op verschillende niveaus onderwezen. Het is een evolutie, net zoals je ook in je eigen leven evolueert; uit de baarmoeder van je moeder in de armen van je moeder; dan kruip je bij haar weg; dan ga je staan en leer je lopen. Nu ren je. Hierna zul je… hmmm… zweven, naar een nieuwe hoogte van de werkelijkheid in jezelf.’
En sjamanisme biedt daarvoor de benodigde inspiratie?
‘Al het andere heeft tot dusver niet gewerkt. Ik ben ik weet niet hoe vaak in Europa geweest. Daar dacht ik steeds: wauw, wat is het mooi hier! Maar niemand lijkt het te zien. Het is alsof iemand de mensen geblinddoekt heeft, waardoor ze niets meer kunnen zien. Het is alsof iemand de geestelijke en spirituele ontwikkeling van de mensen een halt heeft toegeroepen. Alles is als bevroren. Nu begrijp ik waar mijn moeder op doelde. Ik begreep het al toen ze stierf. Destijds kreeg ze ongeveer 150 brieven uit de hele wereld. Ze had het ijs in de harten tot smelten gebracht. Ze had levens veranderd. Ik heb een aantal van die briefschrijvers gekend. Ik was erbij toen mijn moeder letterlijk hun gezicht aanraakte, en hun hart, en hoe ze hun een lichte kus gaf. Meer deed ze niet.’
Toch bracht ze een echte verandering teweeg.
‘Ja, en ze gebruikte geen rookwaren; ze voerde geen ceremoniën uit zoals ik dat doe. Ze raakte de mensen aan en bracht een verandering in hun diepste wezen teweeg. Ik herinner me nog goed hoe mijn moeder, die een kleine vrouw was, met een man sprak die minstens twee meter lang was. Ze ging op haar tenen staan en raakte het mooie gezicht van de man aan, blies in haar handen en legde die op zijn hart. Zo bleef ze even staan. Daarna blies ze weer in haar handen, keek hem aan en zei in haar eigen eskimotaal: “Ik hou van je.” Toen pas liet ze hem los. De man kwam overeind en de tranen liepen over zijn wangen. Hij verstond de eskimotaal niet. Hij was een schrijver en later schreef hij dat het een van de belangrijkste momenten van zijn leven was geweest, toen mijn moeder zijn hart aanraakte en tegen hem zei: “Ik hou van je.”
Westerse mensen denken dat we maar beter in actie moeten komen om een verandering teweeg te brengen. Dat we projecten moeten starten, congressen houden.
‘Soms denk ik: Zou het niet beter gaan als we ons maar eens lieten aanraken? Gewoon elkaars handen vast zouden houden? En de schoonheid zouden zien van de ontwakende verbinding tussen ons allemaal? Weet je nog hoe we samen in dat cafeetje zaten in Fulda? Er overviel ons toen een heerlijk gevoel van saamhorigheid. Ik had er niets voor gedaan. Net zo ging het toen ik met je in de speeltuin was, bij je kinderen. Ik deed niets, maar alles veranderde. De kinderen begonnen te lachen tot ze er tranen van in hun ogen kregen, en omarmden elkaar. Dat was alles. Er is geen wonder voor nodig. Het enige wat het nodig had, was: ik hou van je.’
Wereldheling
In het boek ‘Smelt het ijs in je hart, een pleidooi voor een spirituele klimaatverandering’ dat in oktober bij Altamira Becht verschijnt, roept Groenlandse sjamaan Angaangaq Angakkorsuac op om de kloof tussen hoofd en hart met kracht en zachtmoedigheid, mededogen en liefde, moed en gratie te overbruggen. Omdat we zo onszelf en onze wereld kunnen helen…
Met dit fragment geeft interviewer Christoph Quarch u een indruk van het werk van deze kleine, ‘grote’ man. Meer: http://www.icewisdom.com/angaangaq/.