Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views :
img

Het Licht dat wij ononderbroken zijn

/
/
/
24 Views

Wolter Keers wordt beschouwd als de nestor van de Nederlandse advaita. In 1950 bezocht hij Ramana Maharshi. Later bracht hij meerdere jaren door in India als leerling van Sri Krishna Menon. In de jaren zeventig bezocht hij Sri Nisargadatta Maharaj en vertaalde hij diens ‘I Am That’ in het Nederlands. Wolter Keers gaf talloze lezingen en schreef uitgebreid over yoga en advaita. Hij was inspirator van o.a. Alexander Smit en Jan van Delden. Hij overleed halverwege de jaren tachtig.

Vanaf het ogenblik dat ik geboren ben – en misschien nog lang daarvoor – ben ik tot op dit ogenblik toe één onafgebroken ervaring, en daarin verschijnt de ene beweging na de andere.

Zolang ik me daarentegen opstel als ‘iemand’ die zoekt naar vrijheid, naar verlichting, maak ik het vinden van die vrijheid onmogelijk, want die iemand is er niet. En dus bestaat iemand die verlicht is ook niet.

(Wolter Keers)

Illusie van het bestaan

Zolang we ons opstellen als ‘iemand’ die zoekt naar vrijheid, naar verlichting, maken we het onmogelijk om die vrijheid ook daadwerkelijk te vinden. Want de enige werkelijkheid is de vrijheid die voelbaar wordt als we de illusie van ons bestaan als persoon doorzien.

Waar verschijnt de ervaring van het tastzintuig? Ga maar liggen op de grond, ga maar zitten op een stoel en kijk. Als we dat doen, zien we dat we van het lichaam alleen dat kennen wat verschijnt in Bewustzijn. Met andere woorden, dat wat wij ‘mijn lichaam’ noemen, is af en toe iets dat wordt waargenomen, iets dat zich komt aandienen in Bewustzijn. Iets anders kennen we niet.

Waarnemen

Als Bewustzijn niet in mijn teen zit, voel ik mijn teen niet; als mijn aandacht niet in mijn hand zit, dan voel ik mijn hand niet. Ik ken alleen dat wat verschijnt in Bewustzijn, in de aandacht. Een waarneming die niet een bewuste waarneming is, is geen waarneming. Een waarneming betekent dat iets is geworden tot Bewustzijn.

Maar als we scherper kijken, zien we dat er niet iets is dat eerst buiten het Bewustzijn was en nu in het Bewustzijn is gekomen en tot waarneming is geworden. Nee, we hebben nooit iets anders gekend dan Bewustzijn. Het grote obstakel is een heel simpel iets, maar het is een obstakel waar de grootste filosofen met regimenten over struikelen, namelijk dat wij denken dat dingen buiten ons ons een ervaring geven. En dat is niet waar. Vanaf het ogenblik dat ik geboren ben – en misschien nog lang daarvoor – ben ik tot op dit ogenblik toe één onafgebroken ervaring, en daarin verschijnt de ene beweging na de andere. Tastzin, gezicht, gehoor, smaak, reuk, denken, voelen (het belangríjkste), wakende toestand, droomtoestand: het zijn allemaal bewegingen in Bewustzijn, maar Ik ben en blijf die ene ononderbroken ervaring. Dat is wat Ik Ben.

Een ander woord voor ‘Ik Ben’ is helderheid, is Ervaring. Je zou kunnen zeggen: wat Ik Ben is die ene Ervaring die al die miljoenen ervaringen in ons leven gemeen hebben. Ik ben het Licht in elke waarneming. Buiten dat Licht ken ik niets en heb ik ook nooit iets gekend. Ik ken alleen wat Ik Ben, dat Licht met vorm of zonder vorm. Zonder vorm in de diepe slaap of tussen twee waarnemingen of gedachten of gevoelens; met vorm als waaktoestand of als droomtoestand. Maar wat er ook gebeurt, we zijn nooit iets anders dan dit ene Licht, wat daar ook in verschijnt: eikenbomen, beukenbomen, dennen, sparren of deze boom (lichaam); ook deze boom is een aantal verschijnselen in een en hetzelfde Licht dat wij ononderbroken zijn.

Vierkante cirkel

Er is nooit dualiteit geweest en er is nooit een ogenblik geweest waarop we niet dit Licht waren. Bevrijding, verlichting, is het onmiddellijke inzicht dat er niemand is om bevrijd te worden en niemand om verlicht te worden. Het ‘ik’ is een pure fantasie en zodra dat doorzien is, blijft vrijheid over. Zolang ik me daarentegen opstel als ‘iemand’ die zoekt naar vrijheid, naar verlichting, maak ik het vinden van die vrijheid onmogelijk, want die iemand is er niet. En dus bestaat iemand die verlicht is ook niet. Dat is net zoiets als een vierkante cirkel. Dat spreekt zichzelf tegen. Wat in de traditie – omdat er nu eenmaal een woord voor nodig is-  een verlichte genoemd wordt, is niets anders dan de afwezigheid van elk gevoel van ‘ik ben een lichaam, ik ben een persoonlijkheid’.

Dus volmaakt onafhankelijk van wat denken en voelen vertellen, ben jij het Licht. Je bent nooit iets anders  geweest en je zult nooit iets anders worden. Een andere vrijheid bestaat er niet. Als er lijden is, dan komt dat doordat er verlangen is, en als er verlangen is – en dus angst, want dat zijn twee kanten van dezelfde medaille – dan komt dat doordat we ons opstellen als iets wat we niet zijn, als een persoonlijkheid. Dat is de wortel van alle drama´s.

We zoeken omdat we onbevredigd zijn, maar dat zijn we uitsluitend omdat we ons opstellen als iets wat we niet zijn (een voorstelling, een persoonlijkheid of iets dat wordt waargenomen, een lichaam) en omdat we aIlerlei objecten aanzien voor subject, allerlei  waargenomen dingen aanzien voor de waarnemer. Dat is het hele probleem. Zodra ik zie dat dit lichaam deel uitmaakt van de waaktoestand en verdwijnt als die waaktoestand verdwijnt, komt er in de droom een ander ik op; een ‘ik ben Napoleon’, die ook weer verdwijnt in de diepe slaap. Op dat moment is er geen ‘ontwaakt ik’, noch de gedroomde Napoleon. Beiden laten geen spoor achter en op dat moment ben ik volmaakt gelukkig. Ik ben dan het volmaakte evenwicht in de diepe slaap; zodra ik dat in alle helderheid zie, weet ik dat ik niet alleen vrij ben, maar altijd al vrij ben geweest.

(Dit artikel van Wolter Keers l verscheen eerder in het tijdschrift Yoga Advaita, nr. 1, maart 1978.)

Wolter Keers (1923-1985)

was een Nederlandse schrijver en Advaita Vedanta-spreker.

Als een van de eersten introduceerde Keers Advaita Vedanta in Nederland. Al in de jaren 50 van de 20e eeuw reisde hij naar India waar hij in contact kwam met verschillende meesters. Keers werd leerling van Ramana Maharshi en Sri Krishna Menon. Rond 1970 begon hij zelf bijeenkomsten te leiden. Eerst in Brussel en in Gent. Later ook op diverse andere plaatsen in Nederland en België.

Keers schreef een aantal boeken en was hoofdredacteur en auteur van vele artikelen in de tijdschriften:Yoga kroniek en Yoga en Vedanta. Later gaf hij een eigen tijdschrift uit: Yoga Advaita (1977-1982) en Advaita (1983-1985). Er verschenen ook artikelen van hem in The Mountain path en in Être.

Ook vertaalde Keers de boeken Ik Ben en Zijn van Sri Nisargadatta Maharaj (1897 – 1981). Hij introduceerde Jean Klein en Douglas Harding in België en Nederland.

Meer over hem op wikipedia.

Over de boeken van Wolter Keers bij Samsara Books.

Facebook-pagina over Wolter Keers.


Tags:
Meer van:

Plaats een reactie

    Artikel delen
  • Facebook
  • Twitter
  • Google+
  • Linkedin
  • Pinterest