Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views :
img

Veerkracht, kijk maar Franciscus

/
/
/
1095 Views

Toen was er de brandende vraag: als er geen persoon meer is moet “Ik” dan nog krampachtig proberen om mijn veerkracht te onderhouden? Want hier is niemand meer… Er is alleen maar leven in ontelbare manifestaties die komen en gaan. Gevoelens die komen en gaan. En “Ik” die komt en gaat. Zo valt elk drama in duigen. Kijk maar naar het verhaal van Franciscus van Assisi.

Mijn vader schrijft sinds een paar jaar aan zijn jeugdherinneringen. Waaronder de oorlogsjaren in Den Haag. Zeker de laatste daarvan was zwaar. Bombardementen, soldaten die op voorbijgangers schoten. Op het einde de V2’s die vaak terug vielen op de stad. En toen als heftig slotakkoord de oorlogswinter. De familie kreeg af te toe een zak met groente van een boer in het zuiden. Dan aten ze wekenlang spruiten, drie maal daags. Of bruine bonen. Bij de bevrijding waren ze vel over been. “Als het twee weken langer had geduurd dan waren we allemaal dood geweest”, zegt hij wel eens. Maar ze hadden gelukkig nog net genoeg kracht om vol te houden.

Breken – Zo zit het dus met veerkracht. Je kunt ongelofelijk veel verdragen maar soms kan er een moment komen dat het breekt. Mooi woord trouwens: veer–kracht. Je kent het beeld wel: je drukt een veer in en als je het loslaat dan veert hij terug in zijn originele stand. Laten we deze veerkracht eens onderzoeken.

Zingen – In de 80-er jaren leed ik een paar jaar achter elkaar aan depressies. Een heftige tijd. De innerlijke pijn was zo groot, elke dag was een gevecht om vol te houden. “Maar”, zo zei een vriendin, “gelukkig heb je een sterke levenswil”. Ik was zo verbaasd, waar zag ze dat aan? Want ik zat helemaal aan de grond. Een tijdje ging ik niet meer naar de Schola, ik kon het niet meer opbrengen. Toen grepen mijn beste vrienden in: “René, je moet weer gaan zingen, al kost het je nog zoveel moeite om vol te houden, je moet je jezelf niet isoleren.” Een belangrijk moment. Als je eigen veerkracht te veel onder druk komt te staan dan zijn die verborgen engelen om je heen van levensbelang. Door te praten, te huilen, een arm om je schouder, dan maakt dat er (even) lucht komt in het geheel. Je spankracht krijgt weer energie. Ook dat is belangrijk.

Radicaal – Ik las eens een verhaal over een man in de VS, hij zat in de dodencel. Zag nauwelijks bewakers of familie. Hij werd totaal aan zijn lot overgelaten. Hij dreigde gek te worden van wanhoop. Soms trapte hij uit pure frustratie alle mieren dood die door zijn cel heen kropen. Toen kreeg hij een kleine brochure over meditatie in handen. En dat ging hij dan maar doen. Verder was er niets meer. Jarenlang mediteerde hij. En toen gebeurde het totaal onverwachte. De persoon, het ik, viel uiteen. Een radicale omwenteling. Het hele leven leek hem toe als een droom. Eerst hielpen de oefeningen hem om het vol te houden. Maar nu was er de brandende vraag: als er geen persoon meer is moet “Ik” dan nog krampachtig proberen om mijn veerkracht te onderhouden? Want hier is niemand meer… Er is alleen maar leven in ontelbare manifestaties die komen en gaan. Gevoelens die komen en gaan. En “Ik” die komt en gaat. Zo is het. En zo valt elk drama in duigen. Toen gebeurde er iets bizars. Dezelfde mieren die hij zo meedogenloos had vervolgd, kwamen weer in duizenden voorbij gelopen. Maar nu brachten ze telkens kleine stukjes brood. Ze lieten die achter in zijn cel. Hij snapte er niets van. Maar het wonder kwam wel binnen.

Illusie – Dus: zolang je geloofd dat je deze persoon, dit Ikje bent, dan is die veerkracht van eminent belang, want het helpt je om als afgescheiden individu vol te houden. Daar hangt dan je ziel en zaligheid van af. Maar als je inziet: dit is een illusie, dit ben ik niet (meer). Dan valt het hele probleem eruit. Want als jij er niet meer bent, wie moet er dan nog gecontinueerd worden? Zo gezien is dit dan de beste oplossing voor de kwestie van (het wel of niet hebben van) de veerkracht. 

Daarom hier mijn versie van het verhaal van de veerkracht van Francesco de Assisi, ook wel bekend als de mysticus Franciscus van Assisi.

“Ik lig naakt op de vloer. Mijn laatste uur heeft geslagen. Om mij heen zitten de meest beminde van mijn medebroeders. Zachtjes zingen ze het Zonnelied. “Altissimu omnipotente bon Signore…” De tranen lopen uit mijn vrijwel blinde ogen. Het is gedaan met dit lichaam. Ik heb het kapot gewerkt. In Egypte liep ik een oogkwaal op door de vele vliegen. Als ik hoest dan komt er bloed op. En ik heb vreemde plekjes op mijn vingers en tenen. Lepra? Dat houden we maar geheim. Ik heb net mijn laatste wens uitgesproken: “Leg mij naakt neer en zing mijn lied.” Wonderlijk dat ik nog steeds de kracht heb om te zeggen wat ik op dit moment nodig heb. Daar heeft het me maar zelden aan ontbroken. Mijn gedachten glijden terug naar het verleden. Hoe zit dat met mij en deze wonderbaarlijke veerkracht?

Verwend – Mijn vader was de rijkste man van de stad. Ja, ik was de zoon van de Jeff Bezos van mijn tijd. Ik werd niet beproeft want hij zorgde voor alles. Laten we het maar hardop zeggen: ik was een verwend moederskindje. Ik hoefde maar met mijn vingers te knippen en het was er. Geld, feesten, vrienden… alles rolde mijn kant op. Maar het was niet blijvend. Daar kwam ik wel achter. En hoe. Tijdens een van de vele zinloze oorlogen werd ik een gevangene. Maandenlang rotte ik weg in een ondergrondse kerker. Ja, de val was diep. Ik werd hevig depressief. Niets had me hierop voorbereid. Gelukkig had ik mijn stem nog. Ik zong voor mijn vrienden, en voor mezelf. Ze kropen naar me toe, tegen me aan. Het was daar zo koud en nat. En ik zong mezelf warm. En door me te uiten kwam alle ellende los. En raakte ik het kwijt. Dat is een van de elementen van mijn veerkracht. Zingen is voor mij een levensbehoefte.

Armoede – Thuisgekomen was ik ontregeld. Het oude verwende leventje paste niet meer. Toen gebeurde het. Ik was in een stokoud kerkje en opeens hoorde ik een stem: “Francesco herstel mijn huis!” Ik ging oude kapelletjes herstellen met mijn blote handen. Iedereen schudde het hoofd. Die pazzo (gek) Francesco spoort niet helemaal. Maar pas later werd het me duidelijk dat die stem iets anders had bedoeld. De kerk was verrot,  corrupt en gewelddadig. Het hoe kwam dat? Omdat ze zo rijk was aan grond en bezittingen. Toen kwam de oplossing tot mij: ik sloeg een bijbelboek open en daar stond het: neem al je bezittingen en verkoop ze. En ik moet je zeggen, ik ben een fanaticus, een christen-fundamentalist. Altijd al geweest. Dat hebben ze ondertussen weggepoetst onder die suikerzoete laag die ze na mijn heilig verklaring over me heen hebben gespoten, maar zo is het wel. Dus ik ging voor de totale armoede. Ik leefde als een dakloze, ja, ik werd een zwerver. Uit vrije wil. Hoewel… vrije wil? Dat idee leeft niet voor mij. Nee, ik leef vanuit het diep gevoelde besef dat alles wat er gebeurt, al is het nog zo rottig, dat is de wil van God. Geef je daar maar aan over. En ook in mijn tijd vonden de meeste mensen dat te extreem. Maar het geeft mij een ongewone veerkracht, want als je kunt aanvaarden dat alles de wil van God is, wie of wat kan je dan nog schaden of van streek maken! En zelfs nu, in mijn stervensuur zing ik zachtjes met de broeders mee: “Wees geprezen Mijn Heer, door onze zuster, de lichamelijke dood…” Ik aanvaard. Het is niet anders. God lof!

René Fraters studeert al een levenlang spirituele tradities


Tags:
Meer van:

Plaats een reactie

    Artikel delen
  • Facebook
  • Twitter
  • Google+
  • Linkedin
  • Pinterest