Flow in de klas
Constructief gedrag heeft oefening nodig
Veel scholen zijn kennisfabrieken waar een toename van gedragsproblemen te zien is.
Vernieuwende onderwijsexperimenten met spirituele oefeningen? Het bestaat! Aandacht, concentratie en sociaal gedrag worden erdoor bevorderd. Evenals goede voorbeelden…
De moraal van onze jeugd krijgt weinig positieve impulsen. Scholen stellen veel regels, ze worden steeds minder enthousiast opgevolgd. Kinderen slapen in de les, kijken op internet of zijn bijzonder luidruchtig. Hebben regels geen zin? Of zijn ze gebaseerd op een verkeerd inzicht in hoe ons gedrag zich ontwikkelt? Ik denk dat laatste.
Als je oppervlakkig kijkt naar de recente wetenschappelijke filosofische discussie over gedrag en de functie van de vrije wil daarin, lijkt het alsof het nog maar nauwelijks mogelijk is om verantwoordelijkheid voor je gedrag te nemen. De meningen zijn sterk verdeeld. Als je een aantal van die dikke boeken dat hierover recent geschreven is goed bestudeert, wordt toch één duidelijke lijn zichtbaar die van grote betekenis kan zijn voor onze opvattingen over gedrag en de manier waarop dit tot stand komt. Dat is dat gedrag getraind moet worden en dat gedrag meer een gevolg is van het voorbeeld dat gegeven wordt dan van rationele woorden of regels.
Dit inzicht is niet nieuw, maar omdat er – net zoals bij de inzichten over het gevoel – hiervoor heel lang geen wetenschappelijke onderbouwing was, werd het inzicht steeds minder toegepast. Voor veel antieke Griekse filosofen was het volstrekt duidelijk dat je naar je woord moest leven, dat filosofie en moraal geen woordkunstjes waren, maar in je leven tot uitdrukking gebracht moesten worden. Hedendaagse leraren komen veelal een lesje opzeggen dat zij niet zelf doorleefd hebben en waarvoor ze zich ook nauwelijks verantwoordelijk voelen. Het is niet verbazend dat kinderen zich daar dan niet door geïnspireerd voelden.
Bullshit
Jos Verveen beschrijft in zijn boek Bullsh!t management een interessante test die hij deed op een ROC met 500 docenten in de zaal. Hij legde de volgende stelling voor: ‘Onze school geeft onze leerlingen oprechte aandacht’. Slechts 31% van de zaal was het met deze stelling eens. Slechts één op de drie docenten vond dat leerlingen oprechte aandacht kregen. En maar de helft van de leraren vond dat ze zelf oprechte aandacht gaven. Geen aandacht was dus een volledig geaccepteerd onderdeel van het onderwijssysteem!
Onze scholen zijn kennisfabrieken geworden waarin volgens Verveen de leerlingen afgeleerd wordt om te dromen, afgeleerd wordt om hun gevoel en passie te volgen, en waar juist die hersenvaardigheden die wel belangrijk zijn – op het gebied van vaardigheden en gevoel – te weinig ontwikkeld worden.
De nieuwste inzichten uit filosofie en hersenwetenschappen maken duidelijk dat juist het trainen van vaardigheden en gevoel minstens even belangrijk is als rationele kennis. En dat de voorbeeldfunctie van een leraar en training van het gedrag veel belangrijker zijn dan woorden of regels. De essentie is dat de woorden en de regels doorvoeld zijn. En dat ze met aandacht in contact gebracht worden met de leerlingen. Het gevoel en de aandacht, dat is wat belangrijk is op school. Als leraren steeds minder contacturen hebben en steeds minder aandacht, kan het toch niet verrassend zijn dat de leerlingen ook steeds minder aandachtig worden. Duidelijk is dat zowel leraren als leerlingen een training nodig hebben om aandacht echt te kunnen beleven.
Nieuwe illusies
De beperkte visie van rationele kennis werd mij heel duidelijk toen ik enige tijd geleden een hoogleraar boeddhologie, Jonathan Silk, van de Universiteit Leiden interviewde. Hij weet ontzettend veel van het boeddhisme, maar heeft nog nooit gemediteerd. Voor hem is het boeddhisme slechts interessante oude kennis, leuk om over te vertellen. Hij zegt openlijk te twijfelen aan het nut van meditatie, hij ziet het alleen als een conditionering waarin je gaat zien wat je verwacht te zien. In zijn visie schept het boeddhisme dus nieuwe illusies in plaats van dat het illusies oplost.
Hij erkent echter ook dat er wel iets bestaat als meditatieve cultivatie, kennis voorbij de mentale analyse. Maar omdat hij deze ervaring niet zelf heeft, krijgt deze ook geen plek in zijn verhaal waardoor zijn studenten dus eenzijdig worden geïnformeerd over het boeddhisme. De essentie ontbreekt zowel in het voorbeeld van de hoogleraar als in zijn lessen.
Een boeddhistische leraar die zich heeft verdiept in het westerse denken, Masao Abe benadrukt juist het belang van een combinatie van kennis en ervaring. Hij stelt dat ‘een intellectueel begrijpen zonder oefening krachteloos is, maar oefening zonder leren met het hoofd al gauw blind.’ Alleen leuke workshops doen, je lekker voelen in allerlei oefeningen en op een kussentje zitten heeft ook niet zoveel zin. Een gezonde mix van denken en oefenen kan uiteindelijk op gevoelsniveau echt wezenlijke veranderingen laten ontstaan.
Hogeschool
Dit inzicht wordt op steeds meer scholen ingezet om kinderen praktisch te oefenen en vervolgens daarop te laten reflecteren. In het onderwijs zijn allerlei zeer interessante initiatieven en programma’s om de training van het gevoel vorm te geven. Een van die programma’s is de minor ‘Vind je bron’ op de hogeschool INHolland. Ik geef daar zelf al enkele jaren les met workshops ‘Omgaan met verlangen’. De studenten mediteren gedurende de minor 75 minuten per dag, en ze volgen een aantal workshops die vooral gericht zijn op praktische training van intuïtie en gevoel. Aan het begin van de workshop vraag ik altijd wat de studenten intussen geleerd hebben van deze minor. Het is boeiend dat dit juist de vaardigheden zijn die zo gemist worden in het onderwijs: concentratie, aandacht, reguleren van emoties, meer in contact komen met gevoel, en vooral ook meer in contact komen met elkaar. En tegelijkertijd meer gemotiveerd en effectiever bezig zijn met hun onderwijs. Een discipline die van binnenuit komt en daardoor veel effectiever is dan een discipline die van buitenaf opgelegd wordt.
De minor sluit aan op de snel groeiende beweging in de Nederlandse samenleving van mensen die authenticiteit en intuïtie als een onmisbare aanvulling op een rationele benadering ervaren. In de minor maak je een intensieve reis naar binnen. Door je denkproces tot rust te brengen maak je contact met andere, meer gevoelsmatige, innerlijke processen. Er opent zich een hele nieuwe wereld, die gebaseerd is op ervaren in plaats van redeneren. Wanneer ervaren en redeneren gaan samenwerken, ontstaat een synergie die de creativiteit, effectiviteit en zelfvertrouwen in hoge mate bevordert. In de professionele context zal dit vruchten afwerpen op alle domeinen waar sprake is van besluitvorming, presentatie, communicatie, creativiteit, reflectie en zingeving.
Dit artikel is een voorpublicatie van het boek ´Schakel naar je hart. Het trainen van de vrije wil´ (verschijning in het najaar bij Synthese). Meer informatie over tantratrainingen: www.tantratraining.nl.
___________________
Seminar Flow in de klas
Het is tijd om de ervaringen met deze onderwijsvernieuwing te delen met een grotere groep mensen, zodat meer leerlingen hier profijt van kunnen hebben. Daarom organiseren de docenten van Vind je bron op 31 oktober het seminar ‘Flow in de klas’. Hoe organiseer je een goede sfeer in de klas met gemotiveerde leerlingen? Welke oefeningen zijn daarin ondersteunend en zijn ook breed toepasbaar in het onderwijs? Dat kun je in de workshops van dit seminar zelf ervaren.
Seminar Flow in de Klas, 31 oktober 2012, Hogeschool INHolland, Haarlem.
Informatie en aanmelding: www.stromendonderwijs.nl.
___________________
Oefening: onderzoek je onderwijs- of opvoedingsstijl
Wat is jouw onderwijs- of opvoedingsstijl? Hoe ga je zelf om met kennis, irritatie en aandacht? Wanneer leef je emoties uit, wanneer beperk je je tot regels of lesjes die je vanuit je hoofd opzegt, en wanneer ben je er echt met je aandacht bij? Wat is je fysieke houding, wat straal je uit, welke keuzemogelijkheden heb je daarin?
Maak tijd om verschillende gebeurtenissen op te schrijven en daarop te reflecteren. Als je wilt dat een kind in de klas of je eigen kind iets doet, bijvoorbeeld minder agressief zijn, op tijd komen of geconcentreerd leren, kijk dan eerst eens wat jij daar zelf van terecht brengt.
Illustratief is daarbij het volgende verhaal over de voorbeeldfunctie van Gandhi: Een vrouw komt met haar kind bij Gandhi. Ze vertelt dat haar kind veel suiker eet en vraagt Gandhi om het kind te zeggen geen suiker meer te eten. Gandhi vraagt haar om over twee weken terug te komen. Na twee weken komen ze terug, de vrouw stelt haar vraag opnieuw en Gandhi vraagt vervolgens aan het kind om te stoppen met suiker eten. De vrouw vraagt waarom hij dat niet twee weken geleden kon zeggen. Hij zegt: toen at ik zelf nog suiker, ik ben met suiker eten gestopt.
Als je kinderen regels wilt aanleren, begin dan met voorbeeldgedrag en wees eerlijk in je beperkingen daarin. Dat zijn ook leermomenten.
Onderzoek vervolgens hoe jij jezelf verhoudt tot kennis en wijsheid. Waar beperk je je tot boekenkennis, en wanneer neem je de tijd om aandachtig wijsheid te onderzoeken? Neem je genoeg tijd om te oefenen?
Ten slotte onderzoek je hoe je zelf omgaat met aandacht, hoe aandachtig ben je en hoeveel moeite neem je om jezelf daarin te trainen? Lukt het jou om die aandacht over te brengen?