
Leven van de lucht
De Geldgoden zijn Heer en Meester over onze spirituele gedachten
Zie je die wulpse godin daar in het groen? Dat is de opgepimpte versie van de Aardegodin. Ze draagt een Gucci-tas vol wilde rozen en heeft een laptop van brons. En daar, achter die heg, daar zit een passiegod. Hij is net op Facebook, je kunt hem ‘volgen’. En iets verderop zit een prachtige communicatiegodin te spelen met twitterveertjes.
Geld en spiritualiteit: die twee hebben het soms behoorlijk moeilijk met elkaar. Nieuwe tijden nieuwe goden …
Voordat het christendom zich aandiende, liepen er meerdere goden en godinnen over de Europese aarde. Elk had zijn eigen dienaren: mensen die het tot hun levenstaak hadden gemaakt en/of daartoe waren uitverkoren om de gemeenschap te dienen. Als priester, bemiddelaar tussen de mens en zijn goden/godinnen, druïde, sjamaan, heler of orakel hadden deze dienaren zo hun eigen taak en werden ze gerespecteerd door de gemeenschap waarin ze leefden.
In traditioneel sjamanistische culturen had de sjamaan een belangrijke status in de groep. Door zijn werk als priester, bemiddelaar en genezer was hij niet altijd in staat om in zijn levensonderhoud te voorzien, althans niet fulltime. Hij moest immers altijd beschikbaar zijn: iemand kon ziek worden, rituelen moesten worden uitgevoerd en gunsten moesten worden afgesmeekt om bijvoorbeeld jachtpartijen goed te laten verlopen. Een sjamaan had daarnaast vaak ook een gezin en zowel sjamaan als gezin moesten eten, want van de lucht konden ze niet leven. Dus werd de sjamaan betaald door zijn stam of clan in de vorm van een deel van de jachtopbrengst, dekens, gebruiksvoorwerpen en voedsel. Daarnaast had een sjamaan vaak een of meer leerlingen, die hielpen in het levensonderhoud in ruil voor spirituele kennis en ervaring. Op deze manier kon hij zijn spirituele taken optimaal uitvoeren en ook voor zijn gezin zorgen.
En toen kwam het christendom in Europa. De pastoor, de priester, de koster en de andere dieners in de christelijke kerken vervingen de sjamanen en helers en werden onze nieuwe raadslieden. Ze werden betaald door de gemeenschap, zodat ze hun taken optimaal konden uitvoeren. In dekens, in allerlei gebruiksvoorwerpen, in voedsel. En in geld, het nieuwe ruilmiddel. Want ze konden immers niet van de lucht leven.
De nieuwe wereld
En nu is het 2011. Men kan nu uit diverse spirituele wegen kiezen. Je hebt een bepaald spiritueel talent en je voelt de roep. Je wilt de gemeenschap dienen, mensen ondersteunen. Misschien werk je met planten, met kleuren, met energievelden. Misschien kun je helen of ben je een volger van die oeroude landgodin. Het hebben van een spiritueel talent en een roeping is natuurlijk hartstikke leuk, maar je zult ook moeten rondkomen. De gemeenschap waarin je leeft, weigert je te betalen in kippen en dekens, dus je hebt momenteel een kantoorbaan om de vaste lasten te betalen. Maar eigenlijk heb je nauwelijks tijd om dat spirituele werk te doen, het werk waarnaar je hart uitgaat, die roeping. Als je kiest voor je spirituele werk, zul je daarvoor geld moeten vragen. Je kunt namelijk niet van de lucht leven.
Je vertelt je sociale kring over je roeping. Dat je mensen spiritueel wilt ondersteunen, dat je graag je talenten wilt inzetten. De kring reageert gevarieerd. Sommigen vinden dat het allemaal goed en wel is, maar er geld voor vragen? Mag dat wel? Sommigen vinden dat spiritualiteit geen prijskaartje mag hebben, dat alle kennis en ervaring gratis beschikbaar moet zijn voor iedereen. Ze vinden het ronduit stuitend dat je geld wilt vragen voor consulten, voor een cursus, voor ondersteuning, voor ritueel werk. Je moet het gratis doen, zeggen ze. Anders ben je niet echt spiritueel bezig. Die gave om te helen heb je van God gekregen, zeggen ze. En daar mag je geen geld voor vragen. Je moet maar van de lucht leven.
Al snel slaat de verwarring toe. Wat moet je nu? Je gaat voor je roeping, beslis je. Het zal moeilijk zijn, besef je, want je laat je zekerheden los, je kantoorbaan, je pensioen. Maar je volgt je hart en je ziel.
Nieuwe goden
Maar ergens in een andere wereld waar goden ontstaan, is er iets veranderd. Er is een nieuwe generatie goden geboren en ze hebben onze wereld ontdekt. De oeroude landgodin wrijft even in haar mooie ogen en kijkt dan die nieuwe goden recht in de ogen. En ze huivert. Want daar staat, op de onbetwiste eerste plaats, de ultieme oppergod: de Belastingdienst. In zijn kielzog de god van de Kamer van Koophandel, en wat kleinere halfgoden zoals BTW-nummer, Factuur en Ziektekostenverzekering. En hoewel jij in dienst van de gemeenschap wilde werken, word je nu gedwongen om te werken voor deze nieuwe goden. Ze eisen een groot deel van de opbrengst en die moet worden opgeschreven in Het Grote Boek, het heilige Word- of Excel-bestand, om de grimmige god van de Boekhouding tevreden te houden. Voor je het weet ben je het grootste deel van je tijd bezig met inventariseren van de inkomsten en uitgaven, met je targets en je klantenbestand. De Godin van Social Media, die qua uiterlijk verdacht veel lijkt op de oudere godin Medusa, trekt je bij de lurven en dwingt je tot zakelijk communiceren.
Daar zit je dan met je goede gedrag. Je dient niet meer die leuke kleigodin, blijkbaar dien je niet meer de gemeenschap, maar ben je gedwongen om aan andere goden te offeren. Je knutselt een website in elkaar voor een veeleisende maar creatieve Websitegodin, offert visitekaartjes aan een obscure reclamegod: de nieuwste versie van Spiritueel Leven 2011, spiritueel leven en werken versie 2.0.
Het had zo leuk kunnen zijn. Je had grote idealen over een betere wereld, over het helpen van de medemens. Over het liefdevol ondersteunen van de ander, over het helen van lichaam, geest en ziel. En nu zijn de Geldgoden Heer en Meester over onze spirituele gedachten, want zij weten iets heel belangrijks: jij kunt niet van de lucht leven. En dat kunnen zij ook niet.
Er is hoop
Treurig denk je na over de goede oude tijd, waarin men nog met kippen, dekens en appels betaalde voor je diensten. Alles was toen een stuk eenvoudiger en wat je verdiende kon je gewoon houden. Je hoefde geen halve kip af te staan aan een of andere louche toendra- of steppegod, die was immers tevreden met kleinere offers: een plengoffertje hier, een stukje vlees daar. Moe zit je achter je peeceetje een beetje te socialmedia-en en overweeg je toch maar weer die kantoorbaan op te pakken…
Maar ergens, daar in je linkerooghoek, gloort er een sprankje hoop. Kijk maar, zie je het? Zie je die wulpse godin daar in het groen? Dat is de opgepimpte versie van de Aardegodin. Ze draagt een Gucci-tas vol wilde rozen en heeft een laptop van brons. En daar, achter die heg, daar zit een passiegod. Hij is net op Facebook, je kunt hem ‘volgen’. En iets verderop zit een prachtige communicatiegodin te spelen met twitterveertjes. Want niet alleen mensen passen zich aan, de oudere goden doen dat ook.
Dus geef je visitekaartje maar af, offer de helft van je zuurverdiende geld aan de God van Belasting, en wapper met je BTW-nummer. Onderhoud je sociale netwerk en noem jezelf spiritueel adviseur, coach of divinatiedeskundige in plaats van sjamaan, heler of orakel. Ga naar trainingen, opleidingen, workshops en seminars, en hang boven het bureau je trofeecertificaten en diploma’s. Want ondertussen ga je gewoon door, net zoals onze voorouders dat deden. Heel, genees, adviseer en help je medemens waar je kunt, vanuit je hart, geest, ziel en overtuiging. Want een roeping is een roeping, en daar kunnen zelfs de nieuwe goden niets aan doen…