Jezelf kennen is jezelf vergeten
We zouden kunnen denken dat jezelf leren kennen een vrij egocentrisch gebeuren is, maar door helder en eerlijk naar onszelf te kijken, maken we een begin met het neerhalen van de muren die we tussen ons en de anderen hebben opgetrokken.
Door Pema Chödrön
Ontwaken vindt precies daar plaats waar we het onszelf niet gemakkelijk kunnen maken. Jezelf openstellen voor ongemak ligt aan de basis van het veranderen van onze zogenaamde negatieve gevoelens. Op de een of andere manier willen van onze ongemakkelijke gevoelens af zien te komen door ze of te vergoelijken, of ze te onderdrukken, maar dan blijkt dat je het kind met het badwater weggooit.
Volgens de vajrayana, of tantrische boeddhistische leer, zijn onze wijsheid en verwarring zo met elkaar verweven dat het geen zin heeft om gewoon wat weg te doen. Door te proberen negativiteit kwijt te raken, door te proberen het uit te wissen, door het te bestempelen als slecht, gooien we ook onze wijsheid weg, want alles in ons is creatieve energie – met name heftige emoties. Die barsten van levenskracht.
Op zich is er niks mis met negativiteit; het probleem is dat we er nooit naar kijken, dat we het nooit erkennen, we zien nooit de kern ervan. We proeven onze negativiteit niet, ruiken het niet, doorgronden het niet.
Loslaten
In plaats daarvan proberen we ervan af te komen door iemand een dreun te verkopen, door iemand zwart te maken, door onszelf bestraffend toe te spreken of door onze gevoelens te onderdrukken. Echter, tussen onderdrukken en er uiting aan geven, ligt iets dat heel diep, wijs en tijdloos is. Als we alleen maar proberen onze negatieve gevoelens kwijt te raken, worden we niet gewaar dat in die gevoelens wijsheid schuilt. Verandering komt voort uit de bereidheid om in het gevoel te blijven, om de woorden los te laten, de rechtvaardiging los te laten. We hoeven geen oplossing te hebben. We kunnen best leven met een wanklank; we hoeven de volgende toon niet te kennen om een deuntje mee te zingen.
Vreemd genoeg is deze reis van verandering er een van vreugde. Gewoonlijk zoeken we vreugde op de verkeerde plekken, door te proberen grote delen van ons menszijn te vermijden. We zoeken geluk door te geloven dat heel veel menselijks onaanvaardbaar is. We menen dat er iets in onszelf moet veranderen.
Echter, onvoorwaardelijke vreugde komt voort uit een soort van intelligentie waarmee we onszelf toestaan scherp te kijken naar wat we doen, in grote eerlijkheid en gecombineerd met een enorme dosis vriendelijkheid en zachtheid. De combinatie van oprechtheid, van helder en scherp kijken en van vriendelijkheid vormt de essentie van maitri – van onvoorwaardelijke bevriend zijn met onszelf.
Het is een proces van onophoudelijk nieuwe gebieden betreden. Je wordt steeds bereidwilliger om het onbekende terrein van je eigen wezen binnen te gaan. En dan besef je dat dit specifieke avontuur je niet alleen naar je eigen wezen brengt, maar ook naar het hele universum.
Muren slechten
Je kunt het onbekende slechts betreden als je vriendschap hebt gesloten met jezelf.
Je kunt de gebieden ‘daar’ slechts binnen gaan door onderzoek te plegen en nieuwsgierig te zijn naar het onbekende ‘hier’, in jezelf. Dogen Zen-ji zei: “Jezelf te kennen is jezelf te vergeten.”
We zouden kunnen denken dat jezelf kennen een vrij egocentrisch gebeuren is, maar door te beginnen zo helder en zo eerlijk mogelijk naar onszelf te kijken – naar onze emoties, naar onze gedachten, naar wie we echt zijn – beginnen we de muren te slechten die tussen onszelf en de anderen zijn opgetrokken. Op de een of andere manier bestaan al die muren, de manieren waarop je je afgezonderd voelt van alles en iedereen, uit meningen. Ze zijn gemaakt van dogma’s; ze zijn gemaakt van vooroordelen. Die muren komen voort uit onze angst om delen van onszelf te leren kennen.
Er bestaat een Tibetaanse leer die vaak verwoord wordt als: zelf-koestering is de wortel van alle lijden. Voor een westerling kan het moeilijk zijn de term zelf-koestering te horen zonder die verkeerd te interpreteren.
Ik schat dat 85% van ons westerlingen het opvat als dat ons verteld wordt dat we niet om onszelf moeten geven – dat er iets niet deugt aan zelfrespect. Maar dat is niet wat het werkelijk betekent. Waar het op doelt is fixatie.
Zelf-koestering verwijst naar hoe we proberen onszelf te beschermen door ons te fixeren; hoe we muren optrekken opdat we ons maar niet ongemakkelijk hoeven te voelen, of besluiteloos. De notie zelf-koestering verwijst naar de misvatting dat er slechts gemak zou kunnen zijn, en geen ongemak, of naar het geloof dat er alleen maar geluk zou behoren zijn, en geen verdriet, of dat er alleen maar goedheid zou kunnen zijn, en geen slechtheid.
Maar wat de boeddhistische leerstellingen duidelijk willen maken is dat we een veel groter perspectief kunnen hanteren, een die uitstijgt boven goed en kwaad. Indelingen in goed en kwaad komen voort uit een gebrek aan maitri. We noemen iets goed als het ons een veilig gevoel geeft, en slecht als het ons onveilig doet voelen. Op die manier komen we ertoe mensen te haten die ons een onveilig gevoel geven, allerlei religies of nationaliteiten te haten die ons een onveilig gevoel geven. En we geven om diegenen die ons vaste grond onder de voeten verschaffen.
Vriendschap met onszelf
Als we zo druk bezig zijn te proberen onszelf veilig te stellen, zijn we niet in staat de pijn te zien op het gezicht van de ander. Zelf-koestering is op het ego gefixeerd en hecht zich; het verknoopt onze harten, onze schouders, ons hoofd en onze maag. We kunnen dan niet open zijn. Alles zit in de knoop. Pas als we beginnen ons open te stellen, kunnen we anderen zien en er voor hen zijn. Maar tot op de hoogte waarop we nog niet hebben gewerkt met onze angsten, zullen we dichtklappen zodra anderen die angst aanwakkeren.
Dus jezelf te kennen is jezelf te vergeten. Dit betekent dat als we bevriend zijn geraakt met onszelf, we niet langer zo sterk op onszelf betrokken hoeven te zijn. Het is een wonderlijke draai: vriendschap sluiten met onszelf is een manier om niet langer zo in onszelf op te gaan. En dan vervolgt Dogen Zen-ji met: “Jezelf te vergeten, is door alle dingen verlicht te worden.”
Wanneer we niet meer zo vol zijn van onszelf, beginnen we te beseffen dat de wereld onafgebroken tegen ons spreekt. Iedere plant, iedere boom, ieder dier, ieder persoon, iedere auto, ieder vliegtuig spreekt tegen ons, leert ons iets, doet ons ontwaken. Het is een prachtige wereld, maar dat ontgaat ons veelal. Het is alsof we kijken naar de previews van komende attracties, maar dat we de hoofdfilm nooit halen.
Als we ons wrokkig en kritisch voelen, doet dat ons en anderen pijn. Maar als we er goed naar kijken, kunnen we zien dat achter die wrok angst schuil gaat, en achter de angst een enorme zachtheid. Daar schuilt een groot hart en een geweldige geest – een heel wakkere, oorspronkelijke staat van zijn. Door dit te ervaren, beginnen we aan een reis, de reis van onvoorwaardelijke vriendelijkheid naar het zelf dat we al zijn.
Vertaling: Wilma Wedman.
Meer info over Pema Chödrön is royaal te vinden op het internet, inclusief film.
Pema Chödrön
Pema Chödrön (1936-) is een boeddhistische non en ze is leraar in de Tibetaanse Vajrayana traditie van Chögyam Trungpa Rinpoche. Ze werd geboren als Deirdre Blomfield-Brown en probeert de oosterse kennis aansprekelijk te maken voor de westerse wereld. Pema Chödrön heeft vele lezingen en meditatiecursussen gegeven en is in Europa met name bekend als auteur. Zij geeft les aan de Gampo Abdij in Nova Scotia. En er is een The Pema Chödrön Foundation.