
Te communie.. of niet te communie…
En toen opeens lag er een brief op de mat. Nu Zonneke acht jaar geworden was, werden we uitgenodigd voor een bijeenkomst door de katholieke kerk. Over de Eerste Communie. Het was twee keer schrikken. In de eerste plaats door het zwart op witte gegeven dat mijn kleine meisje inderdaad inmiddels al acht jaar is. In de tweede plaats door opeens gedwongen te zijn na te denken of we onze dochter wel of geen Eerste Communie laten doen.
Het is waar. We hebben acht jaar geleden onze dochter laten dopen in de katholieke kerk. In dezelfde kerk heeft Christine ook in een prachtige witte jurk, in aanwezigheid van honderden mensen die ons dierbaar waren, “ja, ik wil” tegen me gezegd. Het is ook waar dat ik zelf gedoopt ben, zelf mijn Eerste en Heilige Communie gedaan heb, en tot een jaar of acht geleden, aarzelend ‘katholiek’ invulde, wanneer op een formulier naar mijn religieuze overtuiging werd gevraagd. Maar met een schok realiseerde ik me ook hoeveel er veranderd is in de afgelopen acht jaar. Verdiende ik toen mijn geld als regisseur met het bedenken van vrolijke danspasjes voor happy theatervoorstellingen, nu ben ik schrijver van boeken die niet bepaald het katholieke gedachtegoed uitdragen. En dan moet mijn derde roman nog verschijnen, die helemaal niet uitblinkt in katholieke dweepzucht.
Achter de keuze om Zonneke acht jaar geleden te laten dopen, sta ik nog steeds. Het was vanuit de behoefte haar toe te laten treden in een traditie waarin Christine en ikzelf grootgebracht waren. Maar in de afgelopen acht jaar, heb ik deze gemeenschap meer en meer achter me gelaten.
Niet vanuit de verontwaardiging waarmee de kerk tegenwoordig iedere dag aan de schandpaal genageld wordt. Natuurlijk is het onbegrijpelijk wat priesters, paters en zelfs nonnen uithaalden met kinderen. Toch keek ik er niet echt van op. In mijn jeugd heb ik ze ook allemaal gekend. De pastoors die bij ons rondhingen, over je been wreven, en waarvan we allemaal wisten, wat ze wilden. Toch is het bij mij nooit geëscaleerd. Misschien moet ik haast beledigd zijn dat ik, in tegenstelling tot andere vriendjes die daar soms nog een aardig centje aan overhielden, niet aantrekkelijk genoeg werd gevonden door de eerwaarde geestelijken. Maar tegenover die mannen en vrouwen die hun handen niet konden thuishouden, omdat ze een onmogelijke belofte hadden moeten doen, stonden ook vele oprechte en gedreven katholieke vertegenwoordigers. De nonnen waarmee ik als kind mijn vakanties doorbracht, koester ik nog steeds in mijn hart. Het Onze Lieve Vrouwbeeld dat ze ons schonken bij ons huwelijk, waakt nog steeds minzaam vanaf het nachttafeltje over ons liefdesspel. Verontrustend zijn de berichten, absoluut, maar het is niet omdat er één zieke geest in een kinderdagverblijf werkt, dat alle kleuterleiders gore websites beheren. Maar al te gretig publiceren kranten nu als hedendaagse inquisiteurs hun chocoladeletters over het misbruik. Enige nuance is ver te zoeken. Iedere man met een zwart pastoorskleed aan, wordt nu als een kindermisbruiker beschouwd.
Christine en ik besloten naar de bijeenkomst te gaan. De vrouwelijke pastor – in ons dorp werd de dorpspastoor immers tot zijn frustratie met pensioen gestuurd en nu leiden leken de kerk – vroeg ons naar onze eerste communieherinneringen. Ik moest bekennen dat ik die, in tegenstelling tot de andere ouders, niet had. Mijn Heilige Communie weet ik nog wel. Ik droeg een verschrikkelijk lelijk pak met een jaren ‘70 opgeblazen vlinderdas, waar ik me toen ook al, erg lelijk in voelde. Een pak dat Boney M niet zou hebben misstaan. Het was geen religieuze ervaring. Ik herinner me vooral de fiets die ik cadeau kreeg en het ijsdessert in de vorm van een lam, waar bloed uitliep wanneer je de kop eraf sneed. Het blijft een tamelijk luguber geloof, het katholieke, waar wekelijks het vlees en bloed van de Heer geconsumeerd wordt.
En dat is waar de Eerste Communie over gaat. Het is niet meer of niet minder dan de eerste keer dat een kind een hostie in ontvangst mag nemen, te communie mag gaan dus. Ik kon niet nalaten te vragen aan de pastor, waar eigenlijk in de bijbel een verwijzing stond naar de eerste communie. Ik wist zelf allang het antwoord. Nergens namelijk. Jezus vierde met zijn apostelen het Pesachfeest, en deelde, zoals de joden nog steeds doen, het ongezuurde desembrood. Mochten er kinderen hebben aangezeten aan tafel bij Jezus, dan hadden ze gewoon een stuk brood gekregen. Want er is geen enkele traditie om een eerste keer ongezuurd brood te mogen eten. Dat beaamde de pastor ook. “Maar” vroeg ik, “waarom wordt die Eerste Communie dan gevierd? En waarom mogen kinderen niet voor hun achtste de hostie eten?”
Want die hostie is het hele punt. Die enkele keren dat Zonneke een katholieke mis bijwoonde, was ze altijd teleurgesteld dat ze moest blijven zitten toen het lichaam van Christus werd uitgedeeld.
Beschroomd antwoordde de pastor dat kinderen eigenlijk inderdaad al vanaf dat ze kunnen kauwen de hostie mogen gebruiken. Vroeger werd ze zelfs aan zuigelingen gegeven. Maar die braakten ze soms uit. En dat vonden de geestelijke leiders een beetje oneerbiedig voor het lichaam van Christus. Toen ontstond het idee een mijlpaal te maken van de eerste hostie, wanneer het kind ‘tot jaren van verstand’ was gekomen. Een traditie die overigens pas in 1910 door paus Pius de Tiende afgekondigd werd. Daarvoor bestond de Eerste Communie zelfs helemaal niet.
“Dus ook als Zonneke geen Eerste Communie doet, dan mag ze toch de hostie gebruiken?” vroeg ik stomverbaasd.
“Ja,” zei de pastor.
Ik was geschokt. Wat een non-event. Mijn hele leven heb ik gedacht dat iemand zijn Eerste Communie moest doen, om brood van de pastoor te krijgen. Niet dus, bleek nu. Wat een typische katholieke rotstreek, dacht ik.
Voor mezelf was ik er wel uit eigenlijk. Uitstel van executie. Op haar twaalfde, bij de Heilige Communie, kan Zonneke waarschijnlijk wel zelf bepalen of ze officieel toe wil treden tot de katholieke kerk. Jezus liet zichzelf per slot van rekening pas dopen toen hij dertig was.
Maar Christine aarzelde nog. Zij koestert de vele mooie katholieke herinneringen uit haar jeugd, en je wilt die onze dochter niet onthouden. Tradities zitten nu eenmaal diep in het bloed van de mens. Ook al laten we ze achter ons, het kind met het badwater weggooien, is zelden een goed idee.
En zo werden we twee dubbende ouders die iedere avond praatten of we het wel of niet moesten doen. Tot op een avond Zonneke ons gesprek afluisterde.
‘Hoef ik helemaal niet mijn communie te doen, om die hostie te mogen eten?” vroeg ze verbaasd. “Waar wachten we dan nog op; zondag naar de kerk, zodat ik eindelijk dat lichaam van Christus ook eens kan proeven….”
Paus Pius de Tiende had gelijk; op hun achtste zijn kinderen meer dan hun ouders tot de jaren van gezond verstand gekomen.
Geert Kimpen
Op donderdag 10 februari geeft Geert Kimpen zijn lezing “Maak goud van je leven” in De Windwijzer in Vlaardingen. Op maandag 14 februari vertelt hij over de liefde tijdens een Valentijnsavond in De Kamers in Amersfoort.
Meer info: www.geertkimpen.com.