
Kabbala: de hemel ligt vlak voor je voeten
Kabbala is ‘hot’ maar aardser en joodser dan menigeen denkt, aldus theoloog en judaicus Philippe van Heusden over het boek Kabbala als levenskunst van Marcus van Loopik.
Door: Philippe van Heusden
De Kabbala geniet al geruime tijd een grote belangstelling onder vooral spirituele zoekers van allerlei slag. Zeker sinds Madonna zich ‘bekeerde’ tot de Kabbala, de naam ‘Esther’ (= Perzisch voor ‘ster’) aannam, een opvallende tattoo liet zetten (zie de afbeelding) en andere bekende Hollywood-sterren meetrok in haar enthousiasme, gaat het crescendo met deze mystieke joodse leer en traditie, ook ver buiten het jodendom. Overigens tot verdriet van menig rabbijn of mystiekkenner, die deze belangstellig afdoet als “blasfemie” en “decadente aanstellerij”. Dat is misschien wat sterk uitgedrukt, maar ook niet helemaal bezijden de waarheid als je bedenkt voor welke spirituele karretjes allemaal de Kabbala wordt gespannen.
Allerhoogste
Intussen is ook best verklaarbaar waarom de Kabbala zo’n grote aantrekkingskracht uitoefent op menig afgehaakte of nog-net-gelovige. Het klassieke, zogeheten theïstische, godsbeeld, dat deels ontleend is aan de Bijbel, heeft voor de meesten wel afgedaan. Wij geloven niet meer zo hard in een god die massief en zichtbaar ingrijpt in de geschiedenis en de levens van individuele mensen bestiert. Die god is definitief gestorven in de gaskamers van Auschwitz. Wie speurt naar de aanwezigheid van de Allerhoogste, komt uit bij ‘zijn’ hoogste vertegenwoordiger op aarde, de mens, beeld en gelijkenis van God. De mens maakt God zichtbaar waar ‘Hij’ afwezig lijkt te zijn. Hoe dan? In en door daden van menslievendheid en heling tegenover de medemens. God zelf is als het ware in ballingschap sinds de schepping en is voor ‘zijn’ (eigen) bevrijding afhankelijk van het werk van ‘zijn’ partner, de mens.
Geradicaliseerd
Zo beschouwd is de Kabbala een geradicaliseerde versie van wat we deels al in Bijbel en Talmoed aantreffen. De eeuwenoude joodse traditie geeft daarmee nieuwe brandstof aan de wending naar de mens die de theologie in de afgelopen decennia heeft gemaakt: theologie is antropologie. De halacha, de dagelijkse praktijk van normen en waarden én de discussies daarover, is voor de kabbalisten dan ook even wezenlijk als de theosofische en kosmogonische speculaties. Net als hun gerichtheid op het welzijn van de gemeenschap. “Geen kabbalist wil zich gedragen als de man die voortdurend naar de hemel of in de verte staart en vervolgens in een kuil valt, omdat hij niet oplet waar hij loopt,” schrijft Marcus van Loopik in zijn indrukwekkende studie van de Kabbala als levenskunst.
Dat boek is zeer welkom, om meerdere redenen. Van Loopik slaagt erin de complexe kabbalistische concepten te verhelderen voor een breed publiek. Hij doet dat door de Kabbala weer ‘thuis’ te brengen in de bredere context van het jodendom waarin het ontstaan is. En hij concentreert zich daarbij vooral op de psychologische en praktische toepassing van de Kabbala voor het dagelijks leven. Mystiek is te doen.
Papier
Het boek is met zorg uitgegeven. Dat mag ook wel eens gezegd worden. Het licht getinte papier zalft de ogen bij het lezen. De bladzijden slaan soepel open. En op het omslag staan enkele fraaie afbeeldingen van etsen die kabbalistische concepten weergeven. De etsen zijn gemaakt door de auteur zelf, die behalve geleerde en ‘rebbe’ ook een begenadigd kunstenaar is.
Marcus van Loopik, Kabbala als levenskunst, Skandalon, 320 blz., € 29,95
