Je hart als zintuig – Waar lichaam en geest samenkomen
In je hart komen lichaam en geest samen. Je fysieke hart ervaar je als je het voelt kloppen, ook het stromen van je bloed is een teken van leven. Het houdt van dansen! Zowel bij grote inspanning als in rust volgen hart en adem alles wat je doet in een levendig ritme.
Je geestelijke variant doet hetzelfde. Ook dit hart is betrokken bij alles wat je doet. Hier spreekt je gevoel, je bent blij en opgeruimd, je ervaart liefde en genegenheid maar er zijn ook pijnlijke momenten als je geraakt wordt, door onrecht bijvoorbeeld. Dan krimpt deze in elkaar. Dit is het hart van bewust zijn.
Het fysieke en het geestelijke hart kunnen veel van elkaar verdragen, ze kunnen elkaar ook steunen. Een blij en opgeruimde versie is goed voor hart en bloedvaten, een fysieke waarvoor is gezorgd kan tegen een stootje als het om emotionele schokken gaat.
Je kunt leren om voor dit lichaamsdeel te zorgen. Voor het fysieke is dit vanzelfsprekend. Er zijn stapels boeken over een gezonde leefstijl.
Maar, wie zorgt er voor je geestelijke hart?
Emotie en sensitiviteit
Het is belangrijk om hierin onderscheid te maken. Emoties noemen we wel gemoedsbewegingen – ons gemoed is in beweging als we enthousiast juichen en feest vieren maar ook als we bang zijn en boos en verdrietig. We reageren vaak primair vanuit een overlevingsdrang of uit betrokkenheid bij anderen.
Als we het over sensitiviteit hebben komen we op ander terrein.
Iedereen kent de gevoeligheid van het hart. Je kent je eigen verhaal met het openen ervan, met liefde en genegenheid en mededogen – maar ook met hartzeer en de talloze manieren waarop je deze kunt verliezen.
Dit hart heeft het nodig om zich regelmatig te ontlasten van schuld en schaamte en al die andere neerdrukkende gevoelens die je beletten gewoon blij te zijn. Ooit was de biecht hiervoor bestemd. Een vrij hart is ook opgeruimd, het kent speelsheid en humor maar laat zich ook raken door verdriet en andere emoties.
Voor wezenlijk contact heb je een opgeruimde versie nodig, dat is duidelijk. Als je hart niet vrij is maar bezwaard met gevoelens van tekort schieten, van moeten scoren en indruk maken wordt het moeilijk om het te openen. We gaan dan vaker vertrouwen op ons hoofd, zodat we afgaan op wat we weten of denken te weten. Niet het gevoel in ons hart maar beeldvorming staat daarbij centraal. Het denk-beeld, het imago dat we willen overbrengen. In de westerse wereld is deze manier van communiceren steeds belangrijker geworden. Zo zelfs, dat het beeldscherm hiervoor symbool staat.
De taal van het hart
De taal van het hart gaat niet over je masker, de buitenkant, maar over het innerlijk van mensen, dieren en dingen. Met je hart leef je je in, je stemt af, je gebruikt je in-beelding om je voor te stellen hoe het met de ander is. Meeleven en meevoelen (de letterlijke betekenis van com-passie) is de manier om essentiële informatie te krijgen over de ander. Vroeger werd dit ook wel contemplatie genoemd, bespiegeling of beschouwing. Het is tekenend dat we daarvoor geen modern woord hebben.
Met hart breng je jouw wereld tot leven. Alles krijgt kleur en fleur en wordt gezien voor wat het is, niet alleen de mooie maar ook de minder fraaie kanten. We kijken door de reclame heen. Het hoofd daarentegen vergelijkt en oordeelt, ook een belangrijke functie, maar we merken het meteen als daarin het hart ontbreekt. Zonder hart wordt alles hard en droog en saai.
Op dit ‘kijken met hart’ rusten nogal wat negatieve plaatjes. We moeten aantonen dat de weeë, zweverige beelden die opdoemen als we het over hartenergie hebben berusten op een pijnlijke vergissing.
Wat opent het hart?
Toch maar even een uitstapje naar de dieptepsychologie van Carl Jung en James Hillman. Zij zijn zo ongeveer de laatsten die zich bemoeiden met psyche, de ziel, de naamgeefster van hun vak. James Hillman zegt in een opstel over hart en ziel belangrijke dingen.
Zijn vraag is: ‘hoe is het mogelijk dat schoonheid zulk een centrale en vanzelfsprekende rol heeft gespeeld in de geschiedenis van de ziel en de zielkunde en dat ze afwezig is in de moderne psychologie?’ Het idee van Aphrodite/Venus, de schoonheid zelf, als ziel van de wereld (anima mundi) herleefde in de Renaissance. Maar, zegt Hillman, er is een verschil. Bepaalde aspecten van de ziel werden gesplitst in verschillende takken van wetenschap. Wat overbleef als ‘ziel’ was het vage maar ook zoete en sentimentele, ja zielige plaatje dat er momenteel voor doorgaat.
Aphrodite belichaamt niet alleen maar de Schoonheid, maar ook het Ware, het Goede en het Ene – soms wordt ze daarom voorgesteld als Aphrodite Urania, draagster van wijsheid en hoge idealen. Zelfs als je lelijkheid wilt begrijpen is het daarom nodig om eerst schoonheid te kennen. Schoonheid is dus niet alleen iets aan de muur in een museum, maar een levende realiteit in alles wat we waarnemen.
De pijn van het hart
Je kunt dus zeggen: met je hart neem je niet de buitenkant waar, de schone schijn, maar de innerlijke natuur zoals die zich aan de buitenkant laat zien. En dat je deze wezenlijke natuur alleen kunt waarnemen via Aphrodite/Venus, de godin van de liefde en de schoonheid. Zij maakt de essentie van iets zichtbaar.
De wereld lezen met hart is kijken met liefde.
Dan verdwijnen meteen ook ‘hoofd’zaken, categorieën als mooi en lelijk, goed en slecht. Zo kijk je naar je geliefden, zo hecht je aan de vertrouwde spullen om je heen, proef je de smaak van water, ruik je de geur van de linde, hoor je het ruisen van de zee en voel je de greep van hout. Met dit weten vanuit je hart wordt elk contact een ontmoeting. Ook de pijn van het leven gaan we niet uit de weg – we vertrouwen op de kracht van het hart om pijn te transformeren en te helen.
Het ware, het goede en het schone
James Hillman zegt in ‘Re-visioning Psychology’: ‘Het wezenlijke van iets of iemand zit niet verborgen
maar is meteen kenbaar in zijn uiterlijke verschijningsvorm. Dit beeld raakt ons, we worden erdoor geroerd. We noemen het mooi, puur, echt – want we nemen het wezenlijke waar met ons hart. Het is alsof Aphrodite, de ziel, over alles een glimlach legt zodat we het essentiële meteen kunnen herkennen.
Het is daarom dat Aphrodite altijd naakt wordt afgebeeld. Vanuit het hart gezien is schoonheid dan ook geen attribuut, een van de categorieën om iets te beoordelen, maar de essentie.’
Daarom houdt de intelligentie van het hart een gelijktijdig kennen en liefhebben in. Het hart is in staat een beeld te vormen dat recht doet aan de waarheid, de essentie van iets of iemand.
In dit verband een wijze uitspraak van de filosoof Plotinus: ‘We bezitten schoonheid als we trouw zijn aan ons eigen wezen, lelijkheid is in overgaan naar de andere kant.’ Shakespeare kent zijn klassieken als hij zegt: ‘To thine own self be true, And it must follow, as the night the day, Thou canst not then be false to any man.’ (Hamlet, acte 1 scene 3).
Het intuïtieve weten
We zijn gewend geraakt uiterlijkheden te wantrouwen en de diepte in te willen. Dit is de positie van het verstand, dat overal iets achter zoekt. De intuïtie van het hart ziet in de verschijningsvorm het wezenlijke, zonder oordeel. Als we ‘het ware’ aan het verstand overlaten om over te kissebissen blijft er voor het hart alleen een roze wolk over met poëzieplaatjes. De waarheid van het verstand is immers een andere dan het intuïtief weten in ons hart.
‘Het ware’ werd als ‘science’, wetenschap, afgesplitst van het goede en het schone. ‘Het goede’ werd moraalfilosofie, de leer van goed en kwaad. Schoonheid, de esthetische kant van de zaak, kwam bij de schone kunsten in het museum terecht. Science werd hoofdzaak. Dit heeft veel kennis opgeleverd, maar duidelijk ook behoorlijk wat pijn die om healing vraagt. De split ontkent immers de waarheid van het hart. Sindsdien kennen we de wereld vanuit ons hoofd en moeten we veel moeite doen om weer vanuit ons eigen weten, het intuïtieve weten van ons hart, waar te nemen.
Leven vanuit je hart
We komen ter wereld met een open hart –kijk maar naar die kleintjes in de wieg. Daarom ontroeren ze ons zo. Ooit keken ook wij zo de wereld in. Natuurlijk weet iedereen best wat nodig is om dit hart weer centraal te stellen in het leven. Dit hart, dat bang geworden is voor pijn, voor afwijzing en vernedering heeft allereerst healing nodig. Gelukkig komen we er achter, dat ons hart niet alleen gevoelig is maar ook krachtig.
Steviger in ons vel zitten en zelfbewustzijn opbouwen – daar is bijvoorbeeld een cursus intuïtieve ontwikkeling voor – leert ons om minder snel te happen als we ons gekwetst voelen. We staan minder op scherp om alles wat ons wordt gezegd en aangedaan meteen betaald te zetten. Betaald zetten, wraak nemen, is een vorm van wrok. ‘Vengeance is a lazy form of grief’ (wraak is een luie manier van rouwen) zegt Nicole Kidman in de film The interpreter. Interessant inzicht: oude pijn van het hart, onverwerkt verdriet, maakt ons lui. Een dagelijks karweitje is, om dit te beseffen en de pijn te helen in plaats van af te reageren. Zo maken we de weg vrij naar ruimer ademen en de ongedwongenheid en hartelijkheid van ons hart.
Jan de Graaf is astroloog (erkend AVN), docent intuïtieve ontwikkeling bij het Essence College en schrijver van boeken over astrologie en spiritualiteit. Zijn jongste boek heet Mythen van de dierenriem – de verhalen die bij je sterrenbeeld horen. Hij is getrouwd met Cora van Vliet en vader van twee dochters. Hij heeft zijn praktijk in Bodegraven. Website www.inspiratiesite.nl en www.essencecollege.nl.