
Blinde vlek
Je ziet het pas als je het dóór hebt, zei voetballend filosoof Johan Cruijff.
Je gaat dan iets zien dat je eerst niet zag, terwijl het onder je neus lag. En met ‘het’ bedoel ik dan met name zaken die in je proces van je bewustzijnsontwikkeling spelen.
Ik hoorde onlangs een (schokkend) verhaal over een jonge moeder die luidkeels in haar omgeving liet weten ‘geen moeder te willen zijn’, die haar eigen moeder haatte, haar eigen kind geen adequate begeleiding gaf (een ‘rotjong’ dus), door de familiewelstand de schuld aan haar kind vorstelijk kon afkopen met exorbitante geschenken, maar maandelijks voor riante bedragen ‘ontwikkelingsweekenden’ afliep en nu reuze spiritueel was. Ze zag hét niet. Deze jonge moeder is een nogal duidelijk gevalletje. Ze heeft werk te doen op het gebied van haar innerlijk kind, de relatie met de moeder in zichzelf, haar eigen moeder en haar rol en verantwoordelijkheid naar haar kind. En voor de kritische lezer: ook de organisator van de ontwikkelingsweekenden zou een pak op de broek moeten krijgen. Maar goed, dat is dan weer een niet-oké ouder in mij vermoedelijk.
Want het vinden van blinde vlekken in het bewustzijn van een ander gaat een stuk makkelijker dan voor jezelf. Hoe vind je in vredesnaam voor jezelf wat je niet ziet? Dat is toch een onmogelijkheid?
Het woord blinde vlek komt uit de biologie. Het menselijke oog kent fysiek een beperking. Alle lichtzenuwen op ons netvlies, achterop de binnenkant van ons oog, gaan naar één punt en vandaar naar de hersenen waar de lichtprikkelingen worden omgezet in beelden. Precies daar waar die zenuwen op het netvlies samenkomen zitten géén lichtzenuwen. Dus daarmee zie je niks. Doordat we twee ogen, twee perspectiefpunten in feite, hebben, vallen er door die blinde vlekken gelukkig niet te veel doden.
In ieders bewustzijn zitten ook blinde vlekken. Daardoor zie je niet wat er wel is en wat gezien of waargenomen moet worden. Bijvoorbeeld dat de jonge moeder haar moederrol moet oppakken. Of haar eigen innerlijkkindstuk. En pas daarna maar beter verder kan gaan met groots en meeslepend spiri-biri gedoe. Want met haar spiri-praatjes kan ze in haar omgeving al niet meer op enige geloofwaardigheid te rekenen.
Blinde vlekken in het bewustzijn zijn vaak een gevolg van overlevingsmechanismen die ergens (vroeg) in het leven zijn ontstaan onder moeilijke omstandigheden.
Zelf ontdekte ik onlangs door een terloopse opmerking van iemand dat ik vaak het achterste van mijn tong (over mezelf) minder snel liet zien dan ik zelf dacht. Ik dacht dat ik zo open was. Niet heus. De opmerking bleek een echte eye-opener te zijn en paste goed bij mijn actuele aandacht voor mijn eigen emoties.
Zou het zo zijn dat het ontdekken van je blinde vlek een ‘genade-gift’ is? Dat deze je moet worden aangereikt als je er klaar voor bent? Dat vindt het controlerende ikje in me eigenlijk niet leuk. Liever wil ik een paar tips en gereedschappen om flink aan de slag te gaan om de blinde vlekken op te ruimen. Want dat is nu wel zeker: ze zijn er! En neem van me aan: bij iedereen.
Wil je vrij en open in het leven staan, dan zul je ze moeten vinden en er iets mee doen, al was het maar dat je er voldoende bewustzijn op zet, of beter, dat je ze in het licht van het open bewustzijn gaat zien.
Stap één: accepteren dat ze er zijn en wachten op de eerste clou. Meestal wordt dat een harde confrontatie met iets in jezelf. Beetje pijn, niet leuk, buiten je comfortzone. Maar wel nuttig.
Dus áls je iets wilt doen, zoek dan de grenzen op van je comfortzone. De kans op een flinke hit is mega-groot! Succes!
Ewald Wagenaar