Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views :

Het inspirerende etentje

/
/
/
534 Views

“Het thema van 2010 wordt inspiratie.” Althans, volgens mijn buurvrouw Valerie. Al halverwege 2009 had ze dat bedacht, en ze zou het nieuwe jaar beginnen met een inspirerend etentje. Ze stuurde uitnodigingen naar mensen die zij inspirerend vond, en ook Christine en ik werden uitgenodigd. Begin januari was het zover. Ik schrok toen ik haar huiskamer binnen stapte. Rond de salontafel zaten een aantal stoffige heren, ongemakkelijk te draaien op hun stoel. De enige vrouw was Valerie. Want mijn vrouw werd meteen bij de keukentroepen ingedeeld. De huiskok die Valerie had ingehuurd, kreeg de oven niet aan de praat, dus toog hij met Christine naar ons huis om broodjes te bakken. Ik was in het voorstelrondje beland en luisterde naar een man die uitvoerig zijn negen verschillende activiteiten in het leven schilderde. Rode draad in al zijn verhalen was dat niets van wat hij deed, iets opbracht en dat hij daar trots op was. Ik kon toch niet nalaten te informeren hoe hij dan zijn kost verdiende. Met veel omtrekkende bewegingen bekende hij uiteindelijk dat zijn vrouw voor het geld zorgde. “Achter iedere grote man staat dan ook een vrouw,” zei ik, “maar… hoe kom je hier eigenlijk terecht?” Terwijl ik de vraag stelde, begreep ik al dat ze klonk als “wat doe jij in ’s hemelsnaam op een inspirerend etentje?” De man lichtte, niet uit het lood geslagen, toe dat hij de buurman was van de zwager van Valerie. Misschien had ik me vergist. Misschien had Valerie het thema van de avond veranderd van “inspiratie” tot “avond van de buren”. “Waarom zijn er eigenlijk geen inspirerende vrouwen uitgenodigd, Valerie?” probeerde ik de aandacht van de man weg te leiden. Een antwoord bleef ze me schuldig, want de kinderen moesten naar bed gebracht, en gewillig luisterde ik met het gezelschap verder naar de man die nog een paar liefhebberijen was vergeten uit de doeken te doen, naast zijn negen onbezoldigde activiteiten. Wat kunnen mannen die denken dat ze inspirerend zijn, lang van stof zijn, dacht ik schuldbewust, omdat de aangekondigde duur van mijn lezingen ook altijd ruimschoots overschreden wordt. Verder kwamen we niet in het voorstelrondje. Want de huiskok nodigde ons uit aan tafel te gaan, voor een voorgerechtje van garnalen in een zalmbedje. Twee gasten deelden laconiek mee dat ze noch van vis noch van vlees hielden, tot grote paniek van Valerie die alleen maar vis- en vleesgerechten had besteld bij de kok, en naar de keuken vluchtte om de kok tot creatieve oplossingen aan te sporen. De mannen zelf vonden het niet erg omdat ze daardoor de gelegenheid te baat namen zichzelf voor te stellen, en als een soort van Laurel en Hardy vulden ze elkaar kibbelend aan. Het bleken de twee coaches te zijn van het bedrijf van Ferdinand, de man van Valerie. Van de ene had ik al veel gehoord. Laat ik hem uit privacy overwegingen Anton noemen. Ferdinand had al vaak zijn successtory verteld en was apetrots dat Anton zijn persoonlijke coach was  geworden. Anton, vandaag de dag een goed gebouwde en gebronsde veertiger, type Richard Branson, deed uitvoerig uit de doeken wat het heldenverhaal van zijn leven was. Anton werkte als jonge twintiger bij een callcenter dat communicatiediensten verkocht. Op een bepaalde dag was hij alleen op kantoor, en kreeg hij een jonge Fransman aan de lijn. Anton nam daar normaal nooit zelf de telefoon op en de man had eigenlijk een andere afdeling aan de lijn moeten krijgen. Maar de Fransman vertelde hem iets, wat zijn leven veranderde. Hij had een soort van computeruitvinding gedaan, die mijn petje te boven ging om te begrijpen. Maar Anton begreep het wel en greep zijn kans. Hij zegde zijn baan op bij het callcenter en begon met de Fransman een bedrijfje. Beginkapitaal vonden ze bij een bankdirecteur. En die bankdirecteur was de andere coach van Ferdinands bedrijf, die Antons verhaal overnam, terwijl wij in de garnalen prikten en uit de keuken zenuwachtig gerommel met sissende pannen klonk. Tot in de kleinste details vertelde de bankdirecteur hoe de twee jongemannen bij hem waren geweest voor de lening. “Het was op een maandagochtend…”. “Nee,” corrigeerde Anton hem, “het was in de vroege middag…” En zo bleven de twee coaches het verhaal van elkaar verbeteren dat er op neer kwam dat de jonge honden geld kregen om hun computerbedrijfje te beginnen. Lachend vertelde Anton hoe hij zijn eerste fax verstuurde naar een radiostation. “Als jullie echt commercieel willen zijn,” had Anton zijn fax beëindigd, “dan moeten jullie met ons in zee.” Het hippe radiostation was hun eerste klant geworden, en toen was de bal gaan rollen. Kort gezegd, het werd een enorm bedrijf, dat Anton en zijn Franse vriend voor een miljoenenbedrag konden verkopen, waardoor ze beiden voor hun dertigste multimiljonair waren. De Franse vriend was overigens niet bij het etentje. Die bleek al enkele jaren dood te zijn. Overdosis. Maar nu stond Anton dus op zijn dertigste voor de grote uitdaging invulling te geven aan de rest van zijn leven, terwijl geld geen issue meer was. Hoewel. “Ik heb een aantal risicovolle investeringen gedaan in tussentijd, dus werken is stilaan weer een noodzaak,” liet hij zich tussen neus en lippen ontvallen. Dat werken bestond dus hoofdzakelijk uit het coachen van jonge ondernemers zoals mijn overbuurman Ferdinand, samen met zijn vriend de bankdirecteur. Nu ben ik gek op succesverhalen. Ik hou van mensen die zichzelf overvleugelen. Die obstakels en moeilijkheden overwinnen en uiteindelijk het goud van hun leven binnenhalen. Misschien was het dat wel wat me het meest tegenstak in het verhaal van Anton. De enige verdienste lag hem in het feit dat hij een kans, op een gouden schaal gepresenteerd, gegrepen had, en die kans had weten te verzilveren. Maar de strijd, de tegenslag, de passie, die klonk nergens in door. Het was een verhaal zonder plot en zonder clou. Een mop zonder pointe. Een vegetarisch etentje zonder groenten. Toen mijn vrouw later op de avond het woord “passie” in haar mond nam, reageerde de uitvoerige man die te lang zijn mond had moeten houden, als door een hond gebeten. “Passie,” schuimbekte hij, “passie? Vind jij dat mijn vrouw haar passie moet leven? Kom eens terug uit je droomwereld! De hypotheek moet betaald, de kinderen gekleed, er is geen tijd voor passie! Zou een mooie boel worden als mijn vrouw haar passie ging leven! Heb je wel eens bij een stel vrouwen gezeten? Alleen gezeur over kinderen! Passie!”

Anton probeerde, na een verleidelijk knipoogje aan mijn vrouw, de boel te vergoelijken. “Je vrouw heeft vast ook een passie”, zei hij tegen de uitgeraasde man, “misschien is ze wel gek op windsurfen of bungee jumpen in haar vrije tijd.”

Toen pas gingen mijn haren overeind staan. “Windsurfen? We hebben het over passie! Niet over een hobby! Maar over de zin van je leven! Waarom je híer bent. De dingen die je moet doen in je leven, de manier waarop jij met jouw unieke talent het verschil maakt.”

Ik zag dat Anton, terwijl hij het rundspotje opzij schoof, me niet-begrijpend aankeek. “Is dat passie?” zag ik hem met grote ogen denken.

Toen ik hem vroeg wat zijn passie was, in de definitie zoals ik het zag, zag ik de enige keer die avond even zijn ogen blinken. “Ik heb een nieuw bedrijfje opgericht. Een bedrijfje dat de oplossing heeft voor het wachttijdenprobleem. Ik verwacht er heel veel van. Ik weet het natuurlijk niet zeker, maar als dat zou lukken…”

Ik was gegeneerd dat hij niet antwoordde: “Coachen! Er is voor mij geen grotere uitdaging dan Ferdinand aan de wereldtop te brengen. Dat hij dankzij mijn vetbetaalde adviezen een net zo groot succes haalt als ik destijds.”

Ook Ferdinand keek beteuterd. Achteraf vertelde hij me waarom. Hij had de oplossing voor dat wachttijdenprobleem eens in een sessie bedacht, en nu bleek Anton er een bedrijf rond te starten. Ik had medelijden met hem omdat hij zoveel geld uitgaf aan een coach die het zelf eigenlijk ook allemaal niet wist. Die nog altijd in die gouden jongensjaren leefde waarin hij éénmaal scoorde, maar daarna nooit meer dat kunstje kon overdoen. Nooit kon bewijzen dat hij een ondernemer in hart en nieren was die zelfs van wasspelden een succes kon maken.

In de sportwereld wordt een coach tenminste afgerekend met ontslag wanneer zijn ploeg of atleet niet wint. Maar in de bedrijfswereld? Hoe gemakkelijk is het niet om af en toe je advies te komen spuien en dan weer vrolijk weg te rijden, dacht ik. Als het niet lukt, dan is het Ferdinands schuld natuurlijk. Waarom werkte hij niet op no cure no pay basis? Waarom liep hij niet rond met een verplichte badge op zijn chique jasje met de waarschuwing “Behaalde rendementen uit het verleden geven geen enkele garantie voor de toekomst”?

Niemand had nog echt trek in de chocoladetaart die de kok als dessert opdiende. Allemaal moesten we plots morgen vroeg op, en stonden we even later in de gang heftig te bevestigen dat we elkaar zeker nog eens moesten spreken…

Geert Kimpen

Zondag 28 februari geeft Geert zijn lezing “Hoe maak je goud van je leven” in Hotel Haarlem Zuid. Meer informatie en lezingen: www.geertkimpen.com.


Tags:
Meer van:

Plaats een reactie

    Artikel delen
  • Facebook
  • Twitter
  • Google+
  • Linkedin
  • Pinterest