Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views :
img

Niets kan natuurlijker zijn – D.T. Suzuki

/
/
/
159 Views

Een wierookstokje staat te branden op mijn bureau. Is dat iets triviaals? Een aardbeving doet de aarde schudden en de berg Fuji valt om. Is dat een groots gebeuren? Ja, zolang het idee van ruimte overeind blijft. Maar zitten we werkelijk opgesloten in iets wat ruimte genoemd wordt? Is ons leven zo beperkt?

Als we de waarheid willen doorgronden, moeten we ernaar kijken vanuit het punt waarop deze wereld nog niet geschapen is, waarop bewustzijn van dit of dat nog niet ontwaakt is en waar de geest  opgelost is in zijn eigen identiteit, dat wil zeggen, in zijn eigen sereniteit en leegte.

Zul je voor altijd gebonden zijn aan je eigen denkwetten of zul je volkomen vrij zijn door onder ogen te zien dat het leven geen begin en geen einde kent? Je mag niet aarzelen. Snap het of laat het gaan – een andere mogelijkheid is er niet. Je kunt er niet voor weglopen, want je wordt er overal mee geconfronteerd. Toch snap je op de een of andere manier niet dat we net zo zijn als ‘degenen die sterven van de honger terwijl ze naast een zak rijst zitten’ of als ‘degenen die sterven van de dorst terwijl ze tot aan hun middel in het water staan’.

Een zenmeester gaat nog verder en zegt dat we de rijst zelf zijn en het water zelf. Als dat zo is, kunnen we niet naar waarheid zeggen dat we honger of dorst hebben, omdat we vanaf het begin der tijden aan niets gebrek hebben gehad. We zijn steeds op zoek naar geheimen op de onmogelijkste plaatsen, dat wil zeggen, in verbale abstracties en metafysische subtiliteiten, terwijl de waarheid alleen gevonden kan worden in de concrete dingen van het dagelijks leven. Dat werd weer eens bevestigd toen een monnik aan zijn meester vroeg: “Het is alweer een tijd geleden sinds ik naar u toe ben gekomen om les te krijgen in de heilige weg van de Boeddha, maar u hebt me nog niet één enkele aanwijzing gegeven. Ik vraag u om meer medeleven.” Hierop gaf de meester het volgende antwoord: “Wat bedoel je, mijn zoon? Iedere ochtend groet je me, en groet ik dan niet terug? Als je me een kopje thee brengt, neem ik dat dan niet aan en geniet ik er dan niet van? Wat wil je nog meer van me leren dan dit?”

De waarheid is uiterst eenvoudig, rechtstreeks en praktisch van aard. ‘Goedemorgen, hoe gaat het vandaag met je?’ ‘Dank je, het gaat goed met me.’ ‘Neem een kopje thee’ – dit is wat er met de waarheid bedoeld wordt. Toen een hongerige monnik aan het werk was en hij de etensbel hoorde luiden, liet hij zijn werk onmiddellijk uit zijn handen vallen en begaf hij zich naar de eetzaal. De meester lachte hartelijk toen hij dat zag, want de monnik had op volkomen natuurlijke wijze gehandeld. Niets kan natuurlijker zijn; het enige wat er hoeft te gebeuren is dat je je ogen opent voor de diepe betekenis ervan.

Aan een gerespecteerd leraar werd eens de volgende vraag gesteld: “Doet u ooit moeite om uzelf te oefenen in de waarheid?”

“Ja, dat doe ik.”

“Wat voor oefening doet u dan?”

“Als ik honger heb, eet ik; als ik moe ben, slaap ik.”

“Dat doet iedereen; kun je zeggen dat zij dezelfde oefening doen als u?”

“Nee.”

“Waarom niet?”

“Als zij eten, eten ze niet, maar denken ze aan allerlei dingen, en dat zorgt ervoor dat hun geest verstoord wordt; als zij slapen, slapen ze niet, maar dromen ze over duizend en een dingen. Dat is waarom ze niet zo zijn als ik.”

Uit: D.T. SuzukiAn Introduction to Zen Buddhism, Uitgeverij Grove Press Inc., 1964.

Met toestemming overgenomen uit tijdschrift Inzicht (inzicht.org).


Tags:
Meer van:

Plaats een reactie

    Artikel delen
  • Facebook
  • Twitter
  • Google+
  • Linkedin
  • Pinterest