Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views : Ad Clicks : Ad Views :
img

Hermes Trismegistus, kosmos en mens

/
/
/
1680 Views

Hermes Trismegistus is een mythische figuur, wiens naam “Hermes de driemaal (of driewerf) grootste” betekent (grootste filosoof, priester en koning); afgeleid van de Griekse naam van de Egyptische god van de wijsheid en het schrift, Thoth, aldus Wikipedia. Hermes Trismegistus werd gezien als een oeroude profeet die geheime kennis openbaarde aan de mens. Hij is overigens niet te verwarren met de god Hermes, de andere naam voor Mercurius, van de gelijknamige planeet (astronomie) en god van geld, handel en de dieven (mythologie).
Over Hermes Trismegistus schreven Jacob Slavenburg en John van Schaik een boek.

Door Jacob Slavenburg

In de oudste aan Hermes Trismegistus toegeschreven werken staat de relatie van de mens met de kosmos centraal. De teksten beschrijven de invloeden van de planeten, de zodiaktekens, de huizen en de decanen op het leven van mens en wereld. Onder planeten worden, buiten de toen bekende vijf planeten, Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus, ook de zon en de maan verstaan.

De kennis van de hemellichamen – de baan die ze beschrijven, hun onderlinge afstand, de hoeken die ze maken en hun helderheid aan het firmament – zag men als kennis van het goddelijke plan. En omdat ze de mens als een levend deel van de kosmos ervaarden, kon deze kennis hem helpen iets meer van zichzelf en van de wereld rondom hem te begrijpen. ‘Zo boven, zo beneden’ is wel het meest beroemde hermetische axioma. Als product van de kosmos wist de mens in zichzelf, ook in zijn natuurlijke lichaam, dezelfde kosmische krachten aanwezig.

Verloste ziel

Het kennen van de kosmische krachtvelden stelde de mens in staat zijn eigen ziel te leren kennen. In het dertiende traktaat van het Corpus Hermeticum (13.7) openbaart Hermes Trismegistus aan zijn zoon Tat wat de wedergeboorte in God van de verloste ziel is en hoe deze toestand is te bereiken, bij het leven, niet na de dood:

(Hermes:) “Concentreer je op jezelf, dan komt het. Wees bereid, dan gebeurt het. Staak de waarneming van het lichaam, dan wordt God in je geboren. Reinig je innerlijk van de redeloze kwellingen die de stof in je voortbrengt.”

(Tat:) “Heb ik dan boze geesten in mij, vader, die mij kwellen?”

(Hermes:) “Een hele kolonie, jongen, en zij zijn even verschrikkelijk als talrijk.”

De boosaardigheden

Vervolgens somt Hermes de boosaardigheden op:

“De grootste kwelling, jongen, is de onbewustheid. Dan komt de smart. Dan onbeheerstheid. Verder begeerlijkheid. Ten vijfde onrechtvaardigheid. In de zesde plaats hebzucht. En ook leugenachtigheid. De achtste heet afgunst, de negende arglistigheid, de tiende toorn, de elfde opvliegendheid, de twaalfde boosaardigheid. Het is een heel twaalftal. Daaronder zitten er ontelbare anderen, die de innerlijke mens vanwege de gevangenis des lichaams met alle geweld dwingen aan zijn zintuigen te lijden.

Maar zij gaan weg, de een na de ander, als de mens de ontferming Gods heeft ervaren, en daarin bestaat wezen en zin der wedergeboorte.”

Langs de planeten

Hermes vervolgt: “De weg langs de planeten is als het ware een leerschool. Deze weg kent de volgende leerpunten:

* eerste is het onderkennen van de eigen duisternis;

* tweede is het afrekenen met de begeerte naar de dingen, waardoor je er geen slaaf meer van bent;

* de derde is het opheffen van de onwetendheid in jezelf;

* vierde gaat over het overwinnen van je eigen arrogantie, het vasthouden aan meningen van anderen die je van jezelf hebt gemaakt en die een ‘dood mens’ van je maken;  

* vijfde betreft het loslaten van je obsessie voor het vleselijke, het uiterlijke (je bijna doodhongeren om te voldoen aan valse beelden, de andere sekse beoordelen op louter het lichamelijke, etc.),

* zesde gaat over het kunnen overstijgen van de materie door de bindingen ermee af te kappen en

* zevende toont het overwinnen van de innerlijke woede .

Platoonse Academie

Het Corpus Hermeticum, waar bovenstaand citaat uit is, werd in 1462 vertaald door Marsilio Ficino, een uitmuntend geleerde die in dienst stond van Cosimo de’ Medici. Voor de kring filosofen die verbonden waren aan de nieuw opgezette Platoonse Academie in Florence waren het geen dode teksten van 1500 jaar terug. Zij leefden ernaar. Zo schrijft Ficino aan Lorenzo de’ Medici, kleinzoon van Cosimo:

“Maan staat voor de voortdurende beweging van onze geesten en ons lichaam, Mars staat voor snelheid en kracht, Saturnus geeft onze traagheid aan, Zon staat voor God in ons, Jupiter brengt verband tussen goddelijke en menselijke wetten, Mercurius betekent raad, rede, kennis en onderscheidingsvermogen, Venus is onze menselijke natuur, wiens ziel en geest liefde en verwantschap zijn. Deze hemellichamen moeten door ons niet op enige andere plaats gezocht worden; want de hemelen zijn in hun geheel binnenin ons; in ons woont het licht van het leven en de oorsprong van de hemel.”

Krachten

De mens dient te leven in overeenstemming met het planetarium, maar hij is er niet afhankelijk van. De mens heeft een vrije wil, benadrukt Ficino. Sterren neigen, ze dwingen niet. Wil de mens de straling van boven ontvangen dan dient hij de juiste medicijnen te gebruiken. Dat betreft medicijnen met kruiden die in verbinding staan met bepaalde planeten. Wanneer deze medicijnen op het juiste tijdstip vervaardigd worden, kunnen ze de gewenste hemelse invloeden gemakkelijker in zich opnemen.

De zon

Wie bijvoorbeeld krachten van de zon wenst te ontvangen dient, volgens Ficino, op zoek te gaan naar solaire soorten metalen, stenen, planten en mineralen, naar goud, mirre en wierook, naar planten die zich naar het licht toekeren en naar kaneel. Tevens dient men zonnige gedachten te koesteren en met zonnige mensen om te gaan. Dat alles werkt nog beter als men deze dingen doet op tijdstippen dat de Zon goed geaspecteerd staat. Overigens dient de mens ten alle tijde de goede geuren in te ademen, de juiste voeding tot zich te nemen en de passende gezangen te beluisteren, zoals de Orphische hymnen. Dan vindt de harmonie der sferen in zijn eigen wezen een weerklank.

Drs. Jacob Slavenburg is publicist en docent aan de Academie van Geesteswetenschappen.

Meer lezen van John van Schaik en Jacob Slavenburg: https://www.kd.nl/2013/02/04/de-zoeker-vindt-zijn-weg-en-komt-vanzelf-terecht-bij-de-esoterie/



Plaats een reactie

    Artikel delen
  • Facebook
  • Twitter
  • Google+
  • Linkedin
  • Pinterest