
Praten over het ‘hogere’ met mysticus Hein Stufkens
Met een boekenplank met meer dan 20 Nederlandstalige titels mag mysticus Hein Stufkens gerust een veelschrijver worden genoemd. En ze gaan allemaal over spiritualiteit, mystiek en de 13e eeuwer Franciscus van Assisi in het bijzonder. Een gesprek met Hein over het ‘hogere’.
Door Ewald Wagenaar
Spreken over God is niet zo populair onder ‘spirituelen’. Daarmee bedoel ik nu even de mensen die wel met zingeving en het metafysische bezig zijn, maar die niet bij een kerk of religie (willen) horen. Veel van hen groeiden op in een kerk of hebben ervaringen met geloofsgenootschappen. En daar willen ze nu meestal ‘niks’ meer mee te maken hebben.
Deze groep heeft vaak een wat – laat ik het voorzichtig zeggen – complexe verhouding met het ‘hogere’, vooral als dat God wordt genoemd. Liever spreken ze over ‘Bron’, het ‘Al’ of ‘Groot Mysterie’ (sjamanistische werkers vooral). Maar ook ‘Liefde’ en ‘Iets’ kom ik tegen.
Zelf worstel ik ook met de betekenis van het woord God door de beelden die de School met de Bijbel en de opvoeding me in mijn jeugd aanreikten. Het godsbegrip werd geladen met het beeld van een persoon, inderdaad met baard, zoals op veel antieke religieuze schilderijen. God-de-vader was een persoon die als een oppersinterklaas toezag op de wereldbewoners en hun – vaak zondige – gedrag. En de zondige oorsprong moest anders, daar zat de hele crux. Nu na decennia weet ik diep van binnen dat alles wel oké is, dat er geen streng noch lievig opperhoofd mij beoordeelt. En dat ieder benoemd godsbegrip een menselijke uitvinding betreft. Altijd. Zonder uitzondering.
Maar toch.
Er blijft bij mij wel een besef van ‘iets’. Maar als ik dat God noem, zit ik gelijk weer in het oude – en voor mij onwaarachtige – religiespoor. Nee, liever niet. Dus ben ik op zoek naar een nieuwe invulling van het hogere. Laat ik vaststellen dat al het ‘hogere’ altijd uitsluitend kenbaar is in mijzelf: ergens diep van binnen ken ik ‘het’, net zoals ik de grootsheid van een Mandela en Gandhi ken en kan benoemen. Bestonden beiden eigenlijk wel? Ik heb ze nooit ontmoet en was alleen via media getuige van hun daden. In die zin is er in zekere zin sprake van geloof in beiden. Een ervaring met hen heb ik niet; ze bestaan alleen als herinnering in mijn geest of in mijn hersenen zo je wilt. Op dezelfde manier is er ook sprake van een ‘hogere’ energie in mijn besef dat je goddelijk of-wat-dan-ook kan noemen. Het is voor mij persoonlijkheidoverstijgend, ego-loos, universeel en héél groots. En zeker iets krachtigs, inspirerends, creatiefs, ordenends ook.
Toen het nieuwe boekje van mysticus Hein Stufkens ‘Spiritualiteit, voeding voor de ziel’ op mijn bureau terecht kwam, herkende ik direct dat mijn zoektocht matchte met zijn oriëntatie. Beiden zijn we gevormd door en in de westerse spirituele – religieuze zo je wilt – cultuur. Waarin de christelijke wortels zonneklaar aan de oppervlakte liggen. Ieder die langs die weg zoekt naar de ‘Essentie’, het ‘Hogere’ of het ‘Al’ passeert gegarandeerd dezelfde mystici, heiligen en esoterische stromingen zoals de Katharen, de alchemisten en de Heilige Graal, sang-real en de Jezus-mystiek. Tijd om met Hein (68, weegschaal, ascendant stier) van gedachten te wisselen over het hoogste inspiratieniveau in ons bewustzijn, het terrein waarover eigenlijk niets te zeggen is.
Waarover gaat het ‘hart van spiritualiteit’?
‘Over dat wat ons verbindt, zowel verticaal als horizontaal. De new-age-beweging heeft voor mij een te hoog ‘zweefgehalte’; men is daar te vaak vooral bezig met zijn of de eigen verlichting, dan wel met fantasieën over hoe verlicht men al is. Iedere spiritualiteit die ik-gericht is bevalt me niet. Dan ben je te veel bezig met je eigen heil. Een voorbeeld? Na afloop van een workshop sacrale dans (waar mijn partner Brigitte les in geeft) zei iemand eens: ‘Ik was in de zevende hemel!’, waarop iemand anders bromde: ‘Maar in deze wereld stond je op mijn tenen!’ Terwijl deze dansvorm nu juist het horizontale en het verticale zo mooi verbindt.
Spiritualiteit gaat over de weg van het ik naar het Zelf, een groter geheel dat het ego overstijgt en dat de afgescheidenheid opheft.’
Wat is daarvoor nodig?
‘Een innerlijke revolutie: een bevrijding van het ego. Alle wijze leraren leren ons dit al eeuwen. Innerlijke bewustwording leidt ertoe dat het ik niet langer in het middelpunt staat, dat je je ik kan overstijgen en in liefde kan leven. Dat is zelfs de enige weg naar geluk. Geluk is niet iets dat je hebt maar wat je bent. Het is een zijnskwaliteit. Naarmate je ego minder van belang is, word je vanzelf liefdevol en vol mededogen naar de ander die lijdt.’
Niks ‘verlichting’?
‘Jawel, een verlichte heeft volgens de boeddhisten vier kenmerken: hij/zij is gelijkmoedig, heeft mededogen, heeft vreugde en is vol liefdevolle vriendelijkheid. Dit kun je alleen maar zijn als je uit een niet-ik, een overstijgend bewustzijn leeft. Recente voorbeelden zijn Obama die volgens mij vanuit oprecht mededogen en empathie probeert wat hij kan om de wapens in zijn land te reduceren. En ook Angela Merkel in Duitsland is een uitzondering op wat veel politici laten zien. Zij weet als geen ander – afkomstig uit de dictatuur van Oost-Duitsland – wat menselijkheid inhoudt.’
Is dat overstijgende aan te duiden met ‘God’?
‘Dat mag van mij, maar ik snap de moeite die velen ermee hebben. Ene, Bron, het Mysterie, Allah… in Indonesië noemen christenen God gewoon Allah. We hebben natuurlijk de neiging of behoefte om van God een persoon te maken, maar dat is het ‘spel’. Zo kun je van God een ‘vader’ maken. Maar volgens mij gaat het om een principe, een energetisch veld, een verbindende en creatieve kracht in de hele schepping.’
De agnost zegt: bewijs het maar.
‘Ik denk dat veel mensen geen oog hebben voor het Mysterie. Alles wat je ziet verwijst volgens mij naar de Bron. Maar je ziet alles altijd op je eigen niveau van waarneming en bewustzijn. En je ziet liefde als je met de Bron verbonden bent.’
Is spiritualiteit dan een bril waardoor je naar de wereld kijkt, een perceptiekader, een frame?
‘Het is vooral een levenskunst waardoor je anders gaat kijken. En ja, je gaat dan ook iets anders zien. Bijvoorbeeld dat niet alles eendimensionaal is, dat je niet alleen en afgescheiden of anders dan de rest bent, maar dat er veel meer dimensies zijn, en dat je ten diepste één en verbonden bent met alles wat is.’
Geen bril dan maar?
‘Ja het liefst. De juiste visie is geen visie, maar gewoon zien wat er is. Zonder duiding. Al in de 70’er jaren waren we daar in het onderwijs mee bezig. Het heette toen ‘unfreezing’: de bevrijding van alle brillen, zien zonder de oude conditioneringen, zonder bijbedoeling.’
Waar ontmoet jij dat ‘overstijgende’?
‘In mijzelf en in alles buiten mijzelf, als ik maar goed kijk. Een gnostisch evangelie zegt: ‘Kloof een stuk hout en ik ben daar.’ Een soort pantheïsme, alles is God? Nee, dat gaat me te ver. God is in alles. Alles is goddelijk? Uhmm, liever zeg ik dat een boom aan het godden is, of dat in de boom God aan het bomen is. In mij is God aan het Heinen. God ontmoet ik in het diepst van mijn bewustzijn. Als God ons aller vader is, dan is ‘het’ dus in ieder van ons, in onze genen. Maar het Mysterie is oneindig veel groter dan ik. Toch kan ik er een relatie mee hebben. En ‘het’ met ons..’
Wat is jouw ‘meningsverschil’ met God of het hogere?
‘Dat gaat over de oordelen die ik over mezelf heb. Ik ben opgevoed met een christelijke moraal, de tijd van zonden biechten en zo. Ik heb geen moeite met het niet-oordelen over anderen, maar wel last van oordelen over mezelf. Ik vind bijvoorbeeld dat ik nóg eenvoudiger zou moeten leven en dat er een gebrek aan radicaliteit in mij is. Zo heb ik wakker gelegen over de aanschaf van een nieuwe auto. Mijn ego wil voldoen aan het beeld van de perfecte asceet. Op mijn elfde wilde ik karthuizer worden, de strengste monniken die er zijn. De bourgondiër en de asceet in mij sluiten moeizaam vrede. God – ook in mij – omhelst ze gelukkig beiden even liefdevol.’
Je klinkt als een gereïncarneerde monnik…
‘Ja, dat heeft een medium mij ooit gezegd. Zou kunnen. Ik schreef ook boeken over de 13e-eeuwse mysticus Franciscus van Assisi en over de monnik als rolmodel. Ik ben zeker verbonden met de broeders uit die tijd. Ons centrum in Zeeland heet La Cordelle, dat betekent ‘koord’, het touw dat minderbroeders om hun middel hebben.’
Is bevrijding van het ego mogelijk?
‘Ik doe wel eens de volgende geleide fantasie in de workshops die ik geef. Ik laat mensen zich in gedachten aankleden met veel kleren. En daarna laat ik ze die één voor één uittrekken alsof elk kledingstuk staat voor iets waarmee ze zich geïdentificeerd hebben in hun leven: een rol, een prestatie, een eigenschap. En ten slotte moeten ze ook hun naakte lichaam uittrekken. Dan kom je tot je eigen essentie. Jij bent een rivier die uitstroomt in de zee, je bent geen golf maar de zee. Iedere identificatie met wie je (denkt dat je) bent mag je loslaten. Alle brillen af. En zelfs dat doel kun je loslaten want voor je het weet, kaapt het ego ook dat. Dat is een levenslange oefening.’
Meer over Hein Stufkens en zijn centrum: www.lacordelle.nl.
Hein Stufkens: ‘In mij is God aan het Heinen. God ontmoet ik in het diepst van mijn bewustzijn. Maar het Mysterie is oneindig veel groter dan ik.’