Emoties – Durf ze te voelen
Emoties werkelijk beleven vraagt moed, weet Sanne Burger nu. Ze vertelt over haar ontdekkingstocht op dit gebied. Wat zijn emoties en waar zijn ze goed voor.
Door Sanne Burger
‘Wat is je favoriete emotie?’, vroeg mijn leraar me eens. Ik had het gevoel dat het een strikvraag was en wist niet wat te antwoorden.
‘Er zijn vijf basis-emoties’, zei hij om me op weg te helpen. ‘Verdriet, angst, woede, irritatie en bezorgdheid. Met welke van deze vijf ben je het meest vertrouwd? Welke emotie kom je het meest tegen in jezelf en in je leven?’
‘Woede’, zei ik meteen. Daar hoefde ik niet over na te denken. Ik kende de andere emoties, maar ik reageerde zelf vooral met woede als het leven moeilijk was.
Ik groeide op in een familie waar het geaccepteerd was om overmand te worden door emoties en volledig de controle te verliezen. Mijn moeder werd ooit met Kerstmis zo kwaad dat ze het kerststalletje onder de kerstboom vertrapte. Een van de herders sneuvelde en de staf van Jezus brak. Ieder jaar opnieuw werden we herinnerd aan die uitbarsting als we de kerstspullen uitpakten – het was bijna nostalgisch.
‘Ach, weet je nog?’, zei mijn moeder dan. Ze kocht ook nooit een nieuwe kerststal. Dit soort woede-uitbarstingen waren heel normaal. Als mijn ouders ruzie hadden vloog het serviesgoed door de kamer, scholden ze elkaar uit en soms leidde het zelfs tot fysiek geweld. Het eindigde altijd in vreselijke huilbuien, waarna ze elkaar in de armen vielen en om vergeving vroegen. Het zou me niets verbazen als wij, de kinderen, na zo’n uitbarsting verwekt zijn.
Emotionele kilte
Pas toen ik ouder werd leerde ik dat het op deze manier met emoties omgaan geen blijk van liefde was. De optie dat het mogelijk en soms zelfs gewenst was om je emoties te controleren was geheel nieuw voor me.
Ik had een partner die uit een gezin kwam waar het taboe was om emoties te uiten. Zijn ouders waren kettingrokers en zijn vader had de obsessieve neiging om onder alle omstandigheden een liedje te fluiten. Ik hield het nog geen tien minuten met ze uit, maar mijn partner hield het nog geen tien minuten met mij uit. Hij vond mij veel te heftig en ik vond hem veel te gesloten. We hadden allebei gelijk, maar dat loste niets op. Als we het oneens waren ging ik schreeuwen en liep hij weg, precies zoals we het thuis geleerd hadden.
Toen ontdekten we Barry Long. Hij onderscheidt emoties van gevoelens. Emoties zijn in zijn optiek levende demonen die het verleden in stand houden, terwijl gevoelens de acute sensaties in je lichaam zijn, direct verbonden met het hier en nu. Emoties zijn slecht, gevoelens zijn goed. Althans, zo interpreteerden wij het destijds.
‘Als je vrij wilt worden moet je allereerst vrij worden van emoties’, zei hij.
‘De manier waarop je die vrijheid kan bereiken is door definitief te besluiten niet langer overmand te worden door emoties en dat ieder moment van je leven in praktijk te brengen.’
Partners raadde hij aan om elkaar daarbij te helpen, wat mijn partner heel goed uitkwam. Nu was het niet uiten van emoties ineens een spirituele bezigheid geworden. Wanneer ik verdrietig, geïrriteerd of opgewonden was zei hij: ‘Je bent toch niet emotioneel aan het worden, schat?’ Vooral tijdens het vrijen leidde dat soms tot onmogelijke situaties.
Energie in beweging
Vandaar dat ik dacht dat het een strikvraag was: ‘Wat is je favoriete emotie?’
Het was jaren later, maar ik wist nog steeds niet hoe met emoties om te gaan. Onderdrukken en uitleven waren geen van beiden een gezonde optie, begreep ik inmiddels, maar wat dan wel?
‘Een emotie is ‘e-motion’, zei mijn leraar. ‘Het is energie in beweging. Er is altijd een goede reden voor. Het is jouw opgave om aanwezig te blijven in de intensiteit van de emotie, als een rots in de branding, en te luisteren naar de boodschap van de emotie. Die boodschap is altijd glashelder en kan je helpen om bewuster in het leven te staan en beter te navigeren in de werkelijkheid.’
Die nacht had ik een droom. Ik was bij de begrafenis van mijn stiefzus. (Mijn stiefzus, even oud als ik, overleed een aantal jaren geleden plotseling aan een zeldzame ziekte. Ze was in de bloei van haar leven.) De hele familie was aanwezig, inclusief mijn stiefzus – in deze droom was dat niet meer dan vanzelfsprekend. We haalden herinneringen op aan toen ze nog leefde. Ik was zo overmand door verdriet dat ik niet kon stoppen met huilen, tot mijn stiefzus zelf zei: ‘Zo is het wel genoeg! Zo erg is het allemaal niet, zeg. Ik ben dood, maar het komt allemaal goed!’
Ik probeerde uit alle macht te stoppen met huilen, beschaamd dat ik me zo liet gaan. Op dat moment draaide mijn broer, die normaal nooit iets zegt, zich om en zei: ‘Het is belangrijk dat we rouwen. Ieder mens zou moeten rouwen over alles wat hem of haar is overkomen. Huil zolang het nodig is, lieve zus. Pas wanneer we onszelf toestaan om werkelijk te rouwen kunnen we ooit werkelijk heel worden.’
Moedig
Toen ik wakker werd besefte ik hoe vaak in mijn leven ik mijn emoties had onderdrukt omdat ik dacht dat er geen ruimte voor was. Ik had al vroeg in mijn leven besloten om altijd flink en sterk te zijn; verdrietig of angstig zijn maakten daar geen deel van uit. In wezen omhelsde ik alleen de emotie woede, maar daaronder bevond zich een oceaan van verdriet. Zelfs toen mijn stiefzus overleed had ik niet gehuild, realiseerde ik me. Ik was meteen in de auto gesprongen om naar huis te rijden en had zogenaamd geen tijd gehad om te huilen.
‘Als ik mezelf toesta om te huilen houd ik nooit meer op,’ dacht ik.
Maar mijn broer had gelijk. Het je toe-eigenen van verdriet – of van welke emotie dan ook – is geen teken van zwakte, maar een teken van moed. Emoties maken onlosmakelijk deel uit van het leven. Voelen is leven. Leven is voelen. Mens, durf te voelen!
Sanne Burger is schrijfster, masseuse en lerares. Ze geeft ook individuele coaching. Momenteel woont en werkt ze in Peru. Meer lezen? www.sanneburger.com en www.kd.nl.
Mens, durf te leven
Je leeft maar heel kort,
Maar een enkele keer.
En als je straks anders wilt kun je niet meer.
Mens, durf te leven.
Vraag niet elke dag,
van je korte bestaan.
Hoe hebben m’n pa en mijn grootpa het gedaan.
Hoe doet het m’n neef of hoe doet het m’n vriend.
En wie weet hoe of dat dan de buurman weer vindt.
En wat heeft ‘het fatsoen’ voorgeschreven.
Mens, durf te leven.
De mensen bepalen de kleur van je das,
De vorm van je hoed,
En de snip van je jas.
En van je leven.
Ze wijzen de paadjes waar langs je mag gaan.
En ze roepen: ‘O foei!’ als je even blijft staan.
Ze kiezen je toekomst, ze kiezen je werk.
En ze zoeken een kroeg voor je uit en een kerk,
En wat je aan de armen moet geven.
Mens, is dat leven?
De mensen ze schrijven je leefregels voor,
Ze geven je raad en ze roepen in koor:
‘Zo moet je leven.
Met die mag je omgaan,
Maar die is te min.
En die moet je trouwen al heb je geen zin.
En daar moet je wonen dat eist je fatsoen.’
En je wordt genegeerd als je ‘t anders zou doen.
Alsof je iets ergs had misdreven.
Mens, is dat leven?
Het leven is heerlijk,
Het leven is mooi.
Maar vlieg uit in de lucht,
En kruip niet in een kooi.
Mens, durf te leven.
Met je kop in de hoogte,
En neus in de wind.
En lap aan je laars
hoe een ander het vindt.
Houd een hart vol van warmte,
En van liefde in je borst.
Maar wees op je vierkante meter een vorst.
Wat je zoekt kan geen ander je geven.
Mens, durf te leven.
Mens, durf te leven.
Uit ‘1912’ van Dirk Witte.
Cover door Ramses Shaffy in 1967.