De Bruid van God
Mijn tante was de bruid van God. Toen ze met hem trouwde, moest ze op de koude, marmeren vloer vooraan in de kerk gaan liggen, als teken van overgave. Ik heb het alleen van horen zeggen, ik was er niet bij, sterker nog, niemand van onze familie was erbij. Meisjes van 14, 15 jaar die een roeping kregen, gingen naar het klooster, en eenmaal binnen werden de kloosterpoorten achter hen vergrendeld. De eerste tien jaren zouden ze hun familie niet meer zien. Tenzij bij een sterfgeval, maar dan ook niet altijd. In die tien jaar bereidden ze zich voor op hun huwelijk met God dat voltrokken werd in een prachtige, theatrale misviering waarbij de jonge vrouw zichzelf geheel en al aanbood aan haar schepper. Ik heb het altijd prachtig gevonden. Ik had maar wat graag uitgestrekt voor de voeten van Christine gaan liggen toen ik haar trouwde, en hoe opwindend zou het niet geweest zijn, als zij hetzelfde had gedaan, in haar sneeuwwitte bruidsjurk, of nog mooier naakt natuurlijk, zich ter aarde had geworpen terwijl het kerkkoor Gloria Halleluja zong. Katholieken kun je in elk geval geen gevoel voor theater ontzeggen.
Onlangs woonde ik de paaswake bij in de kathedraal van Utrecht. Met open mond heb ik deze viering ondergaan. De kathedraal was pikdonker. Tot de paasvlam binnenkwam en het vuur werd doorgegeven, kaarsje na kaarsje dat opflakkerde in die donkere kerk. Dan een processie, met voorop de bisschop gevolgd door een perfect gechoreografeerde corps misdienaren die in een adembenemende performance kelken en hosties brachten, wierook zwaaiden en kaarsen ronddroegen. Het gezicht van de bisschop, slechts door de flakkerende vlam van een kaars aangelicht, in de nevel van wierook, wiens stem echode langs de zuilen, een veertigkoppig jongenskoor in prachtige gewaden dat rillingen bezorgende liederen van Bach zong. Ik was overdonderd. Joop van den Ende is een amateur dacht ik, vergeleken met de briljante vertoning die op geen enkel moment haperde in die donkere paasnacht. En net zoals bij Joop van den Ende volgde er nog een ‘meet and greet’; de bisschop zelf drukte iedere aanwezige bij de uitgang van de kathedraal de hand om hem of haar een zalig Pasen toe te wensen. Als mijn liefde voor het theater ergens uit voort is gekomen, dan is het wel mijn katholieke opvoeding geweest.
Toen de regels voor de nonnen al lang niet meer zo streng waren, mocht ik als jongetje altijd op vakantie bij mijn Tante Nonneke. Ik heb er zo intens genoten. Al die donkere kloostergangen, de oneindige kloostertuin, de aftandse refter en de cellen waar de nonnen sliepen, het was het decor uit een middeleeuwse film waar ik op vakantie was. En natuurlijk was het klooster ook een broeioord van onderdrukte seksuele verlangens die overal sudderden en zinderden. Ik sliep samen met Tante Nonneke in haar éénpersoonsbed. Ze hield me stevig vast tijdens die koude kloosternachten terwijl de wind tegen het raam beukte. Ik ben de enige man, denk ik, met wie ze ooit het bed heeft gedeeld. Ik voelde, hoe klein ik ook was, haar nood aan affectie, aan warmte, hoe heerlijk het was een ander lijf tegen je aan te voelen ’s nachts. Het was onschuldig en het was spannend. Tante Nonneke werkte in het ouderlingentehuis dat in het klooster ondergebracht was. Ik was kind aan huis op alle kamers van die bejaarden. Ik herinner me Pietje. Een oude man, met één been. De andere broekspijp was omgespeld, en zoiets fascineert je als kind. Pietje vond het altijd wel erg leuk wanneer ik bij hem op bezoek kwam. “Kom toch wat dichter zitten,” zei hij altijd, en in ruil voor een snoepje streelde hij over mijn been. Tot die avond, toen we slechts met zijn tweeën in de gemeenschappelijke tv-kamer zaten. Terwijl er veel te luid het Belgische showprogramma “Hallo met Henk” door de boxen galmde, vroeg hij of ik dicht bij hem kwam zitten en zo maar ineens wreef zijn knokige mannenhand over mijn geslacht. Nee, het was niet traumatisch. Ik hoef er niet voor in therapie. Het is niet het zoveelste schandaal over seksueel misbruik in de kerk. De volgende ochtend zei ik het gewoon tegen Tante Nonneke en hoe ze het opgelost heeft, weet ik niet, maar Pietje bleef voortaan van mijn pietje.
In de kloostertuin woonde de tuinman in een boerderijtje. Jefke. En Jefke, zo werd gezegd, droeg altijd vrouwenlingerie onder zijn overal. Hij was geobsedeerd door beha’s en vrouwenslipjes, en toen hij op een dag dood werd gevonden, bleek zijn boerderijtje afgeladen vol te zitten met vrouwenondergoed. De nonnekes bedekten dit alles met de mantel der liefde en het ondergoed werd naar arme meisjes in Afrika gestuurd. Natuurlijk zijn alle clichés waar.
De nog jonge pastoor zorgde voor opwinding bij de nonnekes wanneer hij door de kloostergang liep. Allen verlangden ze naar zijn speciale aandacht, en ze liepen zich het vuur uit de sloffen om zijn koffie, sigaren en wat hij nog meer nodig had, te brengen. Ik dartelde onbezonnen rond in dat oord van God en dat oord des verderfs. Geen religie is erotischer van aard dan de katholieke. De prachtige, sensuele schilderijen met voorstellingen uit het Oude en Nieuwe Testament waarbij de kunstenaars toch altijd een alibi vonden om de figuren naakt af te beelden, naakte vroomheid was het, maar o zo spannend en verboden.
Vele jaren later werd Tante Nonneke op een ochtend naast haar bed gevonden. Ze had die nacht een hersenbloeding gehad. En daardoor was de poort die het onderhuidse afsloot wagenwijd opengezet. Ik vroeg een bevriende droomtherapeute om eens met haar te praten. Ze was in schok, zei ze, door de seksuele fantasieën die mijn Tante Nonneke haar had toevertrouwd. Droombeelden, visioenen, erotische voorstellingen waarbij kerkelijke en seksuele symboliek haar onrust teisterden. Die laatste weken lag ze in een hospitaal. Ze kon niet veel meer. Maar toch wanneer ik mijn hand in de hare legde, voerde ze mijn hand onder de lakens, naar dat plekje, dat nonnekes voor hun God bewaarden. Ik wist niet wat ik moest doen. Haar ogen keken me smekend aan alsof ze me wilde zeggen: “Laat mij me één keer vrouw voelen”. Ik heb het niet gedaan. Het zou wat zijn als de nachtverpleegster binnen was gekomen en me zo met Tante Nonneke had aangetroffen. En natuurlijk is het triest dat ze tijdens haar aardse leven nooit het extatische geluk van lichamelijke liefde heeft mogen ervaren. Dat ze nooit het goddelijke gevoeld heeft terwijl ze de liefde bedreef. Maar nu is ze bij haar bruidegom. De man aan wie ze haar leven heeft geofferd. En ik weet wel zeker dat ze daar nu haar schade inhaalt. En iedere keer dat het dondert en bliksemt, denk ik: dat is mijn Tante Nonneke die in de hemel vrijt dat de knetters eraf vliegen, met haar bruidegom, haar God.
Geert Kimpen
Op 28 mei geven Geert Kimpen & Christine Pannebakker een Liefdessabbatavond in hotel Baars in Harderwijk. Meer informatie en reserveren: www.sabbatavond.nl.